Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CAPACITEIT

betekenis & definitie

(natuurkunde) (van het Latijnse capacitas, opnemingsvermogen), duidt het vermogen aan, iets in zich te kunnen opnemen. In de natuurkunde verstaat men onder warmtecapaciteit van een voorwerp de hoeveelheid warmte, nodig om dit voorwerp één graad in temperatuur te doen stijgen.

Evenzo is de electrische capaciteit van een geleiderpaar de hoeveelheid electriciteit, nodig om het spanningsverschil tussen beide geleiders van nul op één te brengen. Terwijl de warmtecapaciteit afhangt van de hoeveelheid en de aard der stof, is de electrische capaciteit onafhankelijk van deze grootheden, maar wordt bepaald door de vorm en de grootte van het oppervlak van de geleiders, terwijl ze nog afhangt van de aard van de isolerende middenstof tussen de geleiders (z condensator, electriciteit en electrische eenheden).

< >