is de naam voor een sociaal program en, daarmee samenhangend, voor een politieke partij. Hoewel ook in andere Christelijke kringen sociale en politieke tendenzen voorhanden zijn, die met het begrip christelijk-sociaal omlijnd kunnen worden, is het toch het toepasselijkst op het R.K. sociale streven, dat zijn uitgangspunt heeft gevonden in de Encycliek Rerum novarum van paus Leo XIII (1891) en de Encycliek Quadragesimo anno van paus Pius XI (1931).
Dit „Christelijke socialisme”, dat meestal samengaat met corporativisme, is ook in zijn politieke vormen bedoeld als tegenwicht tegen het min of meer Marxistische moderne socialisme en heeft een behoudende en autoritaire inslag. Maar zoals het moderne socialisme, vooral in West-Europa, op de waarde van het Christendom als maatschappelijke factor teruggrijpt, naarmate het zijn Marxistische trekken verliest, en dan ook in vele landen met R.K. volkspartijen samenwerkt, zo leeft ook in de christelijk-sociale beweging een belangrijke linkervleugel, die een radicaal-democratische politiek voorstaat. Overigens niet altijd scherp te onderscheiden van het begrip christelijk-sociaal is het begrip christelijk-democratisch, dat echter een veel ruimere betekenis heeft en door de R.K. Kerk niet zo gezaghebbend is omschreven als christelijk-sociaal.
De Christelijke democratie vertoont dan ook minder samenhang en meer verwarring dan het Christelijke socialisme, resp. corporativisme, dat in de bovengenoemde encyclieken vaste oriëntatiepunten bezit.j. R. EVENHUIS.