(Egyptisch: Choefoe; in sommige Griekse bronnen ook Soefis genoemd) is de naam van de machtigste koning der vierde dynastie (ca 2900 v. Chr.), de bouwer der grootste pyramide bij Gize.
Het grondvlak dezer pyramide heeft oorspronkelijk aan elke zijde ca 230 m gemeten (nu iets minder). De oorspronkelijke hoogte is ca 147 m geweest. Volgens berekeningen moeten voor de bouw ongeveer 2300000 stenen, elk van meer dan een m3 inhoud, nodig zijn geweest. Zo legt nog thans het indrukwekkende bouwwerk, het graf van de koning, een sprekend getuigenis af van de macht van de koning in de bloeitijd van het Oude Rijk, toen de gehele staat in zijn persoon was geconcentreerd en de gehele rijkdom en arbeidskracht van het rijk onbeperkt te zijner beschikking stonden.
De geweldige afmetingen der pyramide zijn de aanleiding geweest tot de latere, door de Grieken oververtelde verzinsels over de hardvochtigheid van Cheops, die zelfs uit de schande zijner dochter geld voor de bouw geslagen zou hebben. Volgens Herodotus hebben 20 jaar lang telkens 100000 mensen gedurende drie maanden aan de pyramide gewerkt.De oorspronkelijke gladde buitenwand is nu
verdwenen, waardoor deze pyramide betrekkelijk gemakkelijk te bestijgen is. In de eigenlijke grafkamer bevindt zich nog de rood-granieten lijkkist van de koning. De talrijke fantasieën over de mystieke betekenis der maten enz. van de grote pyramide missen elke grond. Zij berusten ten dele op onbetrouwbare (of gecorrigeerde) cijfers, ten dele ook op een verkeerde interpretatie van de sporen, die de verschillende bouwperioden in de bouw van deze, zowel als van vele andere pyramides, hebben nagelaten.
Gedurende de bouw is de architect blijkbaar meer dan eens van plan veranderd, zodat verschillende gangen en kamers onvoltooid zijn blijven liggen. Men raadplege hierover, behalve de beneden genoemde werken, ook L.Borchardt, Die Entstehung der Pyramide an der Baugeschichte der Pyramide bei Mejdum nachgewiesen (Berlin 1928).
Lit.: L. Borchardt, Gegen die Zahlenmystik an der grossen Pyramide bei Gise (Berlin 1922); Idem, Längen und Richtungen der vier Grundkanten der grossen Pyramide bei Gise (Berlin 1926); Idem, Einiges zur dritten Bauperiode der grossen Pyramide bei Gise (Berlin 1932).