geb. Marschalk von Ostheim (Walterhausen 25 Juli 1761 - Berlijn 12 Mei 1843), huwde in 1783, nadat zij haar ouders verloren had, op aandrang van haar familie, met Heinrich von Kalb, officier in Franse dienst.
In 1784 leerde zij in Mannheim Schiller kennen en vatte liefde voor hem op. Schiller werd door de poëtische en met de Franse literatuur vertrouwde vrouw bij zijn werk aan Don Carlos geïnspireerd. Maar de innige vriendschapsverhouding duurde maar kort; in zijn twee gedichten Der Kampf (in de oudste vorm Freigeisterei der Leidenschaft geheten) en Resignation heeft Schiller zijn gevoelens bij hun uiteengaan uitgesproken. Na Schiller’s huwelijk bracht zij haar genegenheid eerst over op Hölderlin (enige tijd gouverneur van haar oudste zoon) en vervolgens op Jean Paul, die haar in zijn Titan als Linda huldigde. Toen haar echtgenoot in 1806 door eigen hand de dood vond, bleef zij in behoeftige omstandigheden achter; in het laatst van haar leven was zij geheel blind. Na 1830, toen haar dochter Edda te Berlijn hofdame bij prinses Marianne van Pruisen geworden was, mocht Charlotte in een vertrek van het slot wonen; hier dicteerde zij haar mémoires, als Charlotte, Gedenkblätter, door E. Palleske (1879) uitgegeven, en de roman Cornelia (1851).Bibi.: Briefe an Jean Paul und seine Gattin (uitg. door Nerrlich, 1882); Briefe an Schiller (uitg. door Petersen in Jhrb. der Goethe-Gesellsch. 1926).
Lit.: Ida Boy-Ed, Gh. v. K.,eine psychologische Studie (1912).