Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CHARLESTON

betekenis & definitie

(1) hoofdplaats van Charleston County en voornaamste zee- en handelsstad van Zuid-Carolina (V.S.). Charleston (tot 1783 Charles Town), dat over een uitstekende haven beschikt en een Amerikaanse vlootbasis is, draagt een sterk historisch aspect, dat opvalt in een land, waar de steden grotendeels uitermate jong zijn.

De stad, in 1672 gesticht, is een van de oudste steden der V.S. en nog in 1790 was Charleston belangrijker dan Baltimore. Toen langs de Zuidatlantische kust de plantage-rijstbouw zich ontwikkelde, bracht de aard van deze zandige, aan lagunen rijke kuststrook het mede, dat de binnenscheepvaart zich op Charleston concentreerde, dat door zijn haven het in- en uitgangspunt werd van dit lang bloeiende plantagegebied. Zolang de Amerikaanse handel zich op de Atlantische kust concentreerde en de plantages nog niet in verval waren, kon de stad zich handhaven; met de ontsluiting en ontwikkeling van het gebied aan gene zijde der Appalachen moest Charleston de strijd tegen New York, Philadelphia en Baltimore in het N., en Savannah, Mobile of New Orleans in het Z. en W. opgeven. Charleston heeft enige lichte industrie (houtfabrieken), een niet onbelangrijke im- en export en is een distributiecentrum voor de olie-industrie.

Met de beschieting van Fort Sumter in de haven van Charleston openden de Geconfedereerden (12 Apr. 1861) de vijandelijkheden en ook in het verdere verloop van de burgeroorlog speelde de stad een belangrijke rol; tot het eind van de Burgeroorlog was het een maatschappelijk en politiek centrum van het „Oude Zuiden”. Bevolking(1940) 71 275 (Groot-Charleston 98711).Lit.: Frederick P. Bowes, The Culture of Early Charleston (Univ. of N. Car. Press 1942); W.

O. Stevens, Charleston, Historie City of Gardens (N.Y. 1939); R. Molloy, Charleston, a Gracious Heritage (N.Y. 1947).

(2), hoofdplaats van de staat West-Virginia (V.S.), aan de bevaarbare Kananha, is een belangrijke handels- en industriestad. Charleston, dat over uitstekende verbindingen beschikt, heeft een aan steenkool rijke omgeving en deze factoren hebben het mogelijk gemaakt, dat de stad zich gedurende de laatste jaren tot een van de grootste industrie-centra van West-Virginia ontwikkeld heeft (houtzagerijen, ijzergieterijen, papier-, glas- en staalfabrieken). Bevolking (1940) 67 914 (Groot Charleston 136 332).

< >