Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CHANSON

betekenis & definitie

(Frans: lied) was oorspronkelijk de naam voor ieder episch of lyrisch gedicht, dat gezongen kon worden. Thans verstaat men er een gemakkelijk te zingen lied onder, dat de liefde, de wijn of een voorval van de dag behandelt.

Kostbare verzamelingen zijn Leroux de Lincy, Recueil de chants historiques français (2 dln, Paris 1841); Dumersan en Ségur, Chansons nationales et populaires de France (2 dln, 1866). In de middeleeuwen treden op de voorgrond chansons de geste, de nationale heldensage behandelend, die door speellieden (jongleurs) werden voorgedragen, en de chansons d’histoire of chansons à 'oile (omdat zij bij het weven gezongen werden), volksliederen in streng epische vorm, die een eenvoudige liefdesgeschiedenis vertellen. Het is vooral Yvette Guilbert geweest, die in haar voordrachten de continuïteit van het Franse chanson van de middeleeuwen af tot heden heeft laten zien (z volkslied).Uit het oogpunt der muziekgeschiedenis bezien, was chanson aanvankelijk, nl. bij de troubadours en trouvères van de nde-i3de eeuw, het eenstemmige strophische lied met geïmproviseerde instrumentale begeleiding. Hieruit ontwikkelden zich de meerstemmige liedbewerkingen van de componisten der ars nova, die echter niet chanson doch madrigaal, ballade enz. betiteld werden. Het hoogtepunt van de chansonvorm ligt bij de componisten der zgn. Nederlandse scholen in de 15de

en 16de eeuw. Hier vindt men wereldlijke liederen met soms zeer pikante teksten gestoken in een kunstig polyphoon kleed, vol van de talrijke contrapuntische spitsvondigheden, die toentertijd geliefd waren. Beroemde chansoncomponisten zijn o.m. Dufay, Josquin, Lasso, Gombert, Willaert en Jannequin.

Voor het moderne oor zijn hiervan verreweg de schoonste en de belangrijkste de chansons van Orlando di Lasso. Interessant zijn de programmatische chansons van Jannequin zoals La bataille de Marignan, Le caquet des femmes en Le chant des oiseaux, waarin een veelstemmig koor een realistisch klankbeeld tracht te geven van veldslag, vrouwenkrakeel en vogelgeluiden.

Het meerstemmig bewerkte chanson bleef geliefd tot in de 17de eeuw, o.m. componeerde Sweelinck er een aantal. Daarna geraakte de chansonvorm in vergetelheid.

Lit.: J. Tiersot, Histoire de la chanson populaire en France (1889); L. Schneider, Das franz. Volkslied (2de dr., 1920); P.

Coirault, Recherches sur notre ancienne chanson populaire traditionnelle (Paris 1927-1932).

< >