(eigenlijk Haldoe, wel te onderscheiden van het in het Z. gelegen Kaldoe of „Chaldaea”) is het land ten N. en N.O. van het oude Assyrië, dus een gedeelte van het tegenwoordige Koerdistan, bij het meer van Vän en van Oermia. Zijn bewoners waren de gevaarlijkste tegenstanders en concurrenten van het Assyrische wereldrijk in de 8ste en 7de eeuw v.
Chr. Hun cultuur staat onder de invloed van de Assyrische; hun taal en schrift (een eigenaardig soort spijkerschrift) zijn door tal van inscripties bekend en onderzocht: het land en de oudheden vooral door C. F. Lehmann-Haupt en de grammatica door Joh.
Friedrich. Hun land, ongeveer overeenkomende met het latere Armenië, heette in de inscripties der Assyrische koningen aanvankelijk Naïri, daarna Oerartoe (Urartu). Hun hoofdgod heette Chaldia. Een Amerikaanse expeditie onder leiding van Kirsopp Lake en Silva Lake heeft in 1938 en 1939 voorlopige opgravingen gedaan op de plaats van hun hoofdstad, het tegenwoordige Van.PROF. DR F. M. TH.
BÖHL
Lit.: C. F. Lehmann-Haupt, Arménien einst und jetzt (BerlinLeipzig, I 1909, II/1 1926, II/2 1931); Idem, F. Bagel en Fr.
Schachermeyer, Corpus Inscriptionum Ghaldicarum (Berlin 1928) ; J. Friedrich, Einführ. ins Urartâische (Leipzig 1933).
