of Carolina-eilanden, een eilandengroep in het westelijk deel van de Grote Oceaan, behoort tot Micronesië, strekt zich tussen 10° 6' en 0° 55' N.Br. en 134°-164° O.L. v. Gr. uit en bestaat uit een 550 eilanden, die te zamen met de Palau-eilanden een oppervlakte beslaan van 1820 km2, terwijl zij over een oppervlakte van bijna 2 millioen km2 verspreid zijn.
De ten W. er van gelegen Palau-eilanden beschouwt men ook wel als een zelfstandige groep. De Oost-Carolinen tussen de basaltrotsen Kusae en Ponape, die op een onderzeese rug liggen, zijn erg verweerd, zodat er veel losse stenen zijn die door de inheemsen als bouwmateriaal worden gebruikt. Het belangrijkste eiland is daar Ponape (347 km2 oppervlakte met in 1946 8945 bewoners). Naar het W. meer koraaleilanden, waarvan Truk, een lagune omgeven door riffen, het belangrijkst is (130 km2, 14 609 bewoners); de Japanners hadden daar op 89 eilanden versterkingen aangelegd.
De West-Carolinen en de Palau-eilanden hebben gedeeltelijk continentale kernen, die dan omgeven zijn door koraalvormingen. Van de eerste zijn Yap en Ulithi het belangrijkst en op de Palaueilanden Babelthuap (300 km2, in 1946 6337 bewoners) ; daarbij sluit een grote door koraalriffen omsloten lagune aan. Het klimaat is vochtig, maar niet ongezond (Dec.-temp. 25-30 gr. C., Juni-temp. 29-31 gr.
C.). Hevige orkanen brengen dikwijls grote verwoestingen te weeg. De bergen dragen dichte wouden. De landfauna is arm.
In de zee komen veel schildpadden, vergiftige zeeslangen (Hydrophidae), eigenaardige (soms vergiftige) vissen en tripang voor. De bevolking bestond in 1930 uit 2463 Japanners, 64 andere vreemdelingen en 35 431 inboorlingen, mensen van Maleise origine maar vermengd met Japanners en Chinezen. Merkwaardig zijn de grootse, uit vroegere tijd afkomstige stenen monumenten, waarvan de bedoeling niet bekend is. De belangrijkste producten zijn copra en van Palau phosphaat.De archipel werd in 1527 door de Portugees Diego da Rocha ontdekt en Sequeira-eilanden genoemd, maar ontving in 1686 door de Spanjaard Lazeano, naar koning Karel II, zijn tegenwoordige naam. Van Manila uit trachtten de Jezuïeten de bewoners der Carolinen tot het Christendom te bekeren; hun expedities mislukten echter en toen in 1731 pater Cantova vermoord werd, bekommerde Spanje zich niet meer om de eilandengroep. Zij werd herhaaldelijk onderzocht, vooral echter in 1827 en 1828 door Lütke. De Palau-eilanden werden in 1543 ontdekt.
Toen Spanje in 1875 zijn recht van bezit wilde doen gelden, werden zijn aanspraken zowel door Duitsland als door Engeland betwist: nadat Spanje in 1885 tegen de inbezitneming door Duitsland protesteerde, besliste de paus als scheidsrechter, dat de Carolinen en Palau-eilanden aan Spanje behoorden, maar dat aan Duitsland vrijheid en bescherming van handel en scheepvaart en inrichting van een kolenstation moesten worden toegestaan. In 1886 deed Duitsland daarvan afstand, maar kwam door een minnelijke schikking op 30 Juni 1899 tegen schadeloosstelling (25 millioen pesetas) in het bezit van de gehele archipel.
Tijdens Wereldoorlog I werden de Carolinen door Japan bezet, aan welk land ze in 1920 als mandaatgebied werden toegewezen. De Japanners vestigden hun bestuurszetel op het eiland Korol in de Palau-groep. Het eiland Yap was reeds onder de Duitsers een belangrijk telegraafkabelcentrum (Ned.-Duitse kabel) In de loop van Wereldoorlog II werden de Carolinen door de Amerikanen bezet.