L. f. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Malvaceeën. Het onderscheidt zich door een overblijvende, éénbladige, enigszins afgeknotte kelk, door 5 zeer lange bloembladen, door meeldraden, die aan de voet samengegroeid en verder in bundels verdeeld zijn, door een zeer lange stijl met vijf stempels en een houtige, vijfkleppige, éénhokkige doosvrucht. Het omvat grote bomen met zeer grote okselstandige bloemen.
De meest bekende soort, C. princeps L. f. (Pachira aquatica Aubl.), draagt 3- en 5-tallige bladeren, fraaie bloemen met bloembladen, die van boven geel en van onderen groen zijn, rode meeldraden en boonvormige zaden, welke door de Caraïben geroosterd en gegeten worden. Deze boom, die in Guyana en aan de Orinoco groeit, wordt ongeveer 7 m hoog en heeft wit en zacht hout. De jonge bladeren en bloemen worden als groente genuttigd.