Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Carel VOSMAER

betekenis & definitie

Nederlands letterkundige (’s-Gravenhage 20 Mrt 1826 - Territet 12 Juni 1888), was eerst te OudBeijerland, daarna te ’s-Gravenhage bij de rechterlijke macht werkzaam, in 1873 nam hij ontslag om zich geheel aan de letterkunde te wijden. Van 1860 tot zijn dood was hij redacteur van De Nederlandsche Spectator, waarin hij sedert 1864, in opvolging van Gérard Keiler, als Flanor zijn Vlugmaren schreef: schetsen over actualiteiten op politiek, godsdienstig en cultureel gebied, tezamen een waardevol beeld van zijn tijd en tijdgenoten.

Reeds in zijn eerste werken, de studie Over het Schoone en de Kunst (1856), beleed hij schoonheidsverering als levensleer. Dit standpunt, gepaard met een bewonderende liefde voor de klassieke letterkunde, heeft zijn bijzondere plaats in de igde-eeuwse literatuur bepaald: reactie tegen de verstraditie van zijn tijd, vurige afkeer van orthodox Christendom, een zekere sympathie voor de vernieuwing der Nederlandse letteren in 1880, zij het dan dat hij in Perk niet de heraut herkende van een literaire omwenteling; hij heeft zich na zijn voorrede tot de uitgave van Perk’s gedichten (1882) critisch afzijdig gehouden.

De wetenschap, naast schoonheid grondslag van zijn ethiek, heeft de aard van zijn werken sterk bepaald: zijn roman Amazone (1880) heeft een sterk didactische inslag, en in verschillende van zijn gedichten toont hij zich eerder onderwezen door de Griekse letterkunde dan een spontaan geïnspireerde. Hij heeft voortreffelijke vertalingen geleverd, met name van Homerus.

Bibl. : Eenige schetsen (1860) ; Rembrandt Harmensz. van Rijn. Ses précurseurs et ses années d’apprentissage ( 1863) ; Rembrandt Harmensz. van Rijn. Sa vie et ses œuvres (1868); De schilderschool (1868); Vogels van diverse pluimage (3 dln, 1872-76; 3de dl bevat verz. Gedichten) ; Een Zaaier. Studiën over Multatuli (1874); Illias (vert., 1878-’8O); Vlugmaren (tot Mrt 1877, 3 bundels, 1879-’81); Nanno (1883, idylle); Inwijding (1888, onvolt. roman) ; Odussee (vert. 1888).

Lit.: Allard Pierson, Gedenkrede, in: Verspr. Geschriften 1889-1895; J. P. Boyens, Mr. C. V. diss. (1931); briefwisseling Vosmaer - Perk en Vosmaer - Kloos, uitg. d.

G. Stuiveling (1938, 1939).

< >