(1) (Kandi) is een stad op 115 km ten N.O. van Colombo in het binnenland van Ceylon, gelegen op 505 m hoogte, aan een klein meer en door bergen omgeven. De stad, welke met Colombo door een spoorlijn is verbonden en die 52000 inw. telt, was vroeger hoofdstad van het Singalese rijk Candy.
Zij heeft een groot, vroeger koninklijk paleis, waarvan het nog bewoonbare deel als woning voor de regeringsambtenaren dient, terwijl de vroegere ontvangzaal als gerechtszaal gebruikt wordt. Ook de 4 Hindoe- en 12 Boeddhistische tempels zijn vervallen. De grote, maar onbelangrijke tempel, die in een rijk versierde kast (Karandha) de tand van Boeddha bevat, geldt voor bijzonder heilig. Behalve de Indische wijk is de stad grotendeels modern; zij telt vele Europeanen.
Door een 1,4 km lange voorstad voert de weg naar de beroemde botanische tuin van Peradeniga.Nadat Candy o.a. aan de Nederlanders (slechts enkele maanden), aan Engeland, de Singalezen had toebehoord, kwam het in 1815 voorgoed onder Brits gezag.
(2) of kendi is de naam van een groot Brits-Indisch gewicht, in 20 mauds verdeeld.
Het gewone candy van Bombay is 5 Engelse centenaars (hundredweights) of 560 gewone Engelse ponden = 254,012 kg; maar men vindt in Bombay ook verschillende andere candy’s met een gewicht van 266,711-355,617 kg; voor rijst en graan is het 97,948 kg. Op Ceylon is het candy, ook behar of bahar geheten, soms 254,012 kg, dus gelijk aan dat van Bombay, maar ook wel 247,208 kg. Verder gebruikt men er het candy van Madras = 226,796 kg. Het candy van Surate is gewoonlijk 339,65 kg.
In Pondichery en in Karikal weegt het candy of de staaf 234,963 kg.
