(Kola-amboe), hoofdstad van het Dominion Ceylon, op 6° 56' N.Br. en 78° 50' O.L. v. Gr. aan de Z.W.-kust op een landtong gelegen, is de voornaamste plaats en de belangrijkste haven van het eiland.
In Dec., Jan. en Febr. overheerst de N.O. moesson, in de periode Mei - Aug. de Z.W. moesson. De gem. temp. varieert tussen 26,1 en 27,7 gr. C. De jaarlijkse neerslag bedraagt 2215 mm, het aantal regendagen 186.
Mei en Oct. zijn de regenmaanden bij uitnemendheid.De stad bestaat uit een Europees en een inlands gedeelte; het eerste o.a. met het huis van de gouverneur-generaal, het gerechtshof, het museum, bibliotheken en kazernes. Tussen deze twee delen ligt het door de Nederlanders gebouwde fort. De beroemde Cinnamon Gardens (vroeger een kaneelplantage) zijn thans een villawijk.
Colombo, voorheen de zetel van het Britse bestuur, herbergt thans de regering van het nieuwe dominion. De stad, die met de voorsteden 361 000 zielen telt, heeft diverse onderwijsinrichtingen o.a. een (in 1921 hervormde) universiteit (Ceylon University), een Medical College (van 1922) en middelbare scholen (z Ceylon). Voor de passagiers van de vele, Colombo voor enkele uren aanlopende mail-schepen zijn de Oude Nederlandse kerk, de Hindoe-Indische en Boeddhistische tempels en de schilderachtig gelegen Mount Lavinia ten Z. van de stad aan de kust, veelal het doel van een kort bezoek.
De bevolking wordt vnl. gevormd door Singhalezen; verder treft men er Parsen, Joden, Moren, Maleiers, Tamil, afstammelingen van Portugezen en kleurlingen van Nederlandse (de „Burghers”) en Engelse afkomst. De Singhalezen zijn meest Boeddhisten, de Tamil Brahmanen, de kleurlingen Katholieken, maar ook zijn er vele Protestanten. Talrijk is de Europese kolonie.
De handel is aanzienlijk, omdat de stad de voornaamste in- en uitvoerhaven is. Deze haven heeft zich na 1870 snel ontwikkeld. Was voordien Point de Galle de voornaamste haven van het eiland, de snelle ontwikkeling van het scheepvaartverkeer in de oosterse wateren was oorzaak dat men in 1874 er toe overging te Colombo een veilige haven te bouwen, die nadien herhaalde malen werd verbeterd en uitgebreid om zodoende de grootste in deze wateren verkerende schepen een veilige ligplaats te verzekeren (voor scheepvaart Z Ceylon).
Te Colombo, destijds Kolamba genoemd (nog vroeger Kalantotta ?), stichtten de Portugezen ca 1505 een versterkte nederzetting. In 1658 werd deze door de Nederlanders veroverd, die haar in bezit hielden tot 15 Febr. 1796, toen de Engelsen haar zonder slag of stoot bemachtigden.
H. A. BOMER
Lit.: V. E. J. M.
Desertine, Colombo (Tdschr. v. Econ. Geogr. (1944)» blz. 17-26.