is de naam van een geheim genootschap, welks leden over het voormalig koninkrijk Napels waren verspreid en onder de naam Camorristi het recht van de sterkste deden gelden. Zij behoorden merendeels tot de geringere volksklasse en traden bij alle openbare gelegenheden op, om zich het gezag aan te matigen, hetwelk uitsluitend aan de regering toekwam, maar deze bezat daartoe te weinig macht en de daardoor ontstaande behoefte aan zelfbescherming met de armoede, die er heerste, verklaart het ontstaan van deze en dergelijke benden.
Zij dreven een georganiseerde smokkelhandel, eisten requisities, pleegden betaalde moorden en oefenden in het algemeen een terreur uit. Het genootschap was zeer goed georganiseerd: het had in elke provinciale hoofdstad een centraal bestuur en in de stad Napels 12 zulke besturen. Elk bestuur had een door de leden gekozen opperhoofd met onbeperkte macht.Om lid te worden (soldaten, politiebeambten e.d. waren uitgesloten) moest men een proeftijd doormaken en heette dan garzonedi mala vita, daarna werd men picciotto (leerling van een oude camorrista), verkreeg vervolgens, nadat men bewijzen had gegeven van moed en gehoorzaamheid, de rang van sgarro, en werd eerst na verloop van lange tijd camorrista.
Het ontstaan der camorra en de naam zijn niet verklaard; waarschijnlijk dateert de camorra uit de tijd van het wanbestuur in de Spaanse periode van Napels (z Napels, geschiedenis), maar pas ca 1830 treedt zij duidelijk op in de geschiedenis en maakt in de daarop volgende jaren een bloeiperiode door. Na de revoluties van 1848 staat de Camorra in nauwe betrekking met de liberaal-nationalistische partijen en daarom werd het genootschap (dat onder Ferdinand II als een geheime politie enige bescherming had genoten) onder Frans II streng vervolgd. Doch toen deze vorst in 1860 een grondwet had toegestaan, werden de gevangen Camorristi in vrijheid gesteld en oefenden toen, dank zij hun goede organisatie, een machtige invloed uit op de verkiezingen. Van 1862 af poogde men de Camorra uit te schakelen.
In 1877 werd beslist tegen de Camorra opgetreden, zonder al te veel succes echter, vermits het in 1900 bleek dat zij overwegende invloed uitoefende op de gemeenteraad van Napels. Bij de verkiezingen van 1901 werden de aanhangers der Camorra beslissend verslagen, doch daarmee was de organisatie niet dood. Een ophef makende moordzaak, de Cucuolomoord, in 1911, bleek het werk der Camorra te zijn. Ten gevolge hiervan werden de leiders streng veroordeeld, wat de genadeslag voor de organisatie bleek te zijn.
PROF. DR J. DHONDT
Lit.: Blasio, Usi e costumi dei Camorristi (Napoli 1897).