Duits componist (Frankfort a.M. 19 Dec. 1882), studeerde bij Kwast te Frankfort, bij Leschetizky te Wenen en bij L. Thuille te München, waar hij zich als pianist en componist in 1903 vestigde.
In 1925 werd hij benoemd tot directeur van de Hochschule für Musik te Keulen.Hij schreef o.a. een aantal opera’s: Prinzessin Brambilla, Don Gil von den grünen Hosen en Die Vögel, waarvan vooral laatstgenoemde veel succes oogstte; voor koor en orkest: een Te Deum, Die Ammenuhr, Offenbarung Johannis Kap. VI, een mis; voor orkest: variaties over een thema van Berlioz, over een Frans kinderlied en over een thema van Mozart, Ariels Gesang, een serenade, Don Juan, Preludium en Fuga, een pianoconcert, een orgelconcert, Hexensabbat voor piano en orkest, liederen met orkest, toneelmuziek; voorts liederen en pianomuziek.