(Tsjechisch: Brounov) is een stad in Noord-Bohemen, hoofdplaats van het district (408 km2, 60.000 inw.) van die naam, niet ver van de Duitse grens op 405 m boven de zeespiegel in een groot, door bergen ingesloten dal. De stad ligt aan de rivier de Steine en aan de spoorlijn Halbstadt-Mittelsteine, heeft een gerechtshof en telt ca 7500 inw.
Men vindt er een Benedictijner abdij uit het jaar 1321, met een kloosterkerk, gewijd aan St Adalbert (1683), een gymnasium der Benedictijnen, lakenweverijen en wolindustrie (huisweverij).De stad bestond reeds in 1171, hing in de tijd der Hervorming de nieuwe leer sterk aan, zodat zij na de slag op de Wittenberg (8 Nov. 1620) haar voorrechten verloor, die haar echter grotendeels werden teruggegeven in 1629 door keizer Ferdinand II. In 1617 werd hier door de abt Solander een Protestantse kerk gesticht, een feit, dat mede de aanleiding werd tot het uitbreken van de Dertigjarige Oorlog. Het stadje draagt zijn naam naar de roodbruine kleur van de grond in de omtrek.