is een Engelse stad (county-borough) in het graafschap York (West-Riding), 14 km ten W. van Leeds, 107 m boven het zeeniveau aan een zijriviertje van de Aire. Van de verschillende oude kerken dateert de kathedraal uit de 13-15de eeuw.
Onder de openbare gebouwen nemen het in 1873 voltooide stadhuis (Townhall), de grote St George’s Hall (voor 4000 personen), de beurs, in Venetiaanse stijl opgetrokken en de St James handelshal de voornaamste plaats in. Bij het station bevindt zich het standbeeld voor Richard Oastler (1789-1861), die de zgn. tien-urenbill voor de fabrieksarbeiders doorvoerde en grote tegenstander van de kinderarbeid was. Bradford, dat in 1801 slechts 13.000 inw. telde, heeft (1946) 275.500 inw. Het is het centrum van de kamgarenspinnerij en -weverij in Engeland; vooral fijne weefsels worden hier gemaakt. Wereldberoemd zijn de kamgarenfabrieken in Saltaire en de onmiddellijk bij Bradford liggende Manningham Mills (voor zijden stoffen en velvet). Ook de wol- en zijde- en kunstzijde-industrie en de fabricage van pluche, velours en mohair zijn van veel belang, evenals de ververijen en blekerijen.
Bovendien heeft Bradford nog machine- en wagenfabrieken, gieterijen, automobielindustrie, kleurstoffen- en lanoline-industrie, looierijen, zeepziederijen en een grote brouwerij. Voorts is Bradford het centrum van de handel in wollen garens en weefsels. Ongeveer ⅔ van de productie van West-Riding wordt via Bradford verhandeld. Van de Kamer van Koophandel van Bradford ging vnl. het initiatief uit voor de schapenteelt in Australië, Zuid-Afrika en Brits-Indië. Sedert 1920 is Bradford zetel van een Anglicaanse bisschop. Bradford behoorde tot 1888 tot Yorkshire.