Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bort, balthasar

betekenis & definitie

Nederlands koloniaal bewindsman (Amsterdam ca 1620 - Batavia 11 Jan. 1684), voer in 1641 uit als assistent in dienst van de Oost-Indische Compagnie. Na in ondergeschikte rang enige tijd op Batavia te zijn werkzaam geweest, werd hij in 1644 onderkoopman in Arakan in Birma.

Reeds het volgende jaar werd hij eerste klerk op de secretarie te Batavia. In 1646 volgde benoeming tot secretaris van Malaka. Hier bleef hij 10 jaar werkzaam, sedert 1649 als fiscaal. In 1656 werd hij opperhoofd in Ligor, een deel van Siam, en het jaar daarop opperkoopman en secunde op Malaka. Van hier uit deed hij in 1660 als 2de commissaris een tocht langs de westkust van Sumatra en Atjeh. De waardering van zijn werkzaamheid als zodanig kwam tot uiting in de benoeming, in het jaar 1661, tot opperkoopman van het kasteel te Batavia.

In 1663 deed hij als commandeur over 12 schepen een tocht naar China, die ten doel had met medewerking van de Chinese regeringspartij het in 1662 verloren gegane Formosa weer onder de Compagnie te brengen. Dit doel werd niet bereikt, daar de naieve en ook wel ijdele Bort niet opgewassen was tegen de intriges der Chinezen en zich door hen bij de neus liet nemen.Bort werd in 1665 commandeur van Malaka; drie jaar later kreeg hij de titel van gouverneur en in 1670 benoemden Heeren-XVII hem tot buitengewoon raad van Indië. In 1678 bevorderd tot raadordinaris, keerde hij naar Batavia terug om plaats te nemen aan de regeringstafel. Daarnaast werd hij in 1679 president van de Raad van Justitie. Nogmaals maakte hij promotie toen hij in 1681 de zeer verantwoordelijke functie van directeur-generaal aanvaardde. Als zodanig was hij de aangewezen man om de gouverneur-generaal Speelman op te volgen. Hij overleed evenwel in de avond van 11 Jan. 1684, twee uur na Speelman.

Lit.: Pieter van Dam’s Beschryvinghe van de Oostindische Compagnie, uitgeg. d. F. W. Stapel, 2de boek, dl I (1931, Rijks Geschiedk. Public., gr. serie nr 74), register.

< >