Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Borgerhout

betekenis & definitie

voorstad van Antwerpen, als gemeente van Deurne afgescheiden sedert 1836; op vlakke klei- en zandbodem (391 ha). Blekerijen en ververijen; voedingsnijverheid, o.m. chocolade, bier- en azijnbrouwerijen; chemische nijverheid, kaarsen; kledingnijverheid, diamantindustrie; tabak en sigaren; kunst- en precisiebedrijf, bouwindustrie, hout- en metaalnijverheid.

Inw. (1945) 50.549.De kerk van O.L.V. ter Sneeuw, de eerste Neo-Gothische van België (1841), werd grotendeels vernield in 1944. Neo-Romaanse St Janskerk van 1880. Schoon gemeentehuis in Neo-Renaissance van 1889, door H. en L. Blomme. Het gemeentepark Te Boelaar ligt op Deurns grondgebied. De „reuskes van Borgerhout” gaan in stoet uit, de Zondag na 5 Aug. (O.L.V. ter Sneeuw).

Tot 1836 valt de geschiedenis van Borgerhout grotendeels samen met die van Deurne. Het vond baat bij de onmiddellijke nabijheid van het bloeiende Antwerpen der 16de eeuw, maar onderging tevens de gevolgen van de oorlogsgebeurtenissen rond de stad, en werd in 1579 door de Spanjaarden in brand gestoken. In 1814 werd het voor vernieling bewaard door tussenkomst van generaal L. Carnot (standbeeld). In de 19de eeuw kende het de industriële opbloei, die tot afscheiding van het landelijk gebleven Deurne leidde.

LEO DE WACHTER

Lit.: J. Stockmans, Deurne en B. sedert de vroegste tijden tot heden (3 dln, Brecht 1895-’97); F Prims, Gesch. v. B. (Borgerhout 1936); J. Laenen, Deurne en B. van af de oorsprong tot in het begin der 14de eeuw (Mechelen 1929).

< >