Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tussenkomst

betekenis & definitie

noemt men doorgaans het optreden van een derde in een geding tussen anderen ter handhaving van een zelfstandig eigen recht; in tegenstelling tot de voeging van een derde in zulk een geding naast een der partijen ten einde haar te steunen. Deze beide handelingen samen noemt men wel interventie; ook echter de enkele tussenkomst betitelt men wel aldus en het is dus zaak dit woord met voorzichtigheid te gebruiken en liever te vermijden.

Voeging en tussenkomst worden samen genoemd in de artt. 285-288 W.v.B.Rv.; de wet zelf geeft het onderscheid niet aan en de grens er tussen is ook wel eens anders getrokken dan hiervoren aangegeven. Nochtans overheerst de hierboven vermelde opvatting.

Voor voeging en tussenkomst is nodig, dat de derde een belang heeft; over de juiste omvang van dit vereiste bestaat enig meningsverschil. Vordert A van B een zaak, doch meent C, dat zij hem toekomt, dan neemt hij, als hij hier belang bij meent te hebben, zijn toevlucht tot tussenkomst; hij concludeert dan tot toewijzing der zaak aan zich zelf. Spreekt iemand een ander tot betaling van een schuld aan en verdedigt deze zich er mee, dat hij haar al voldaan heeft, dan moet de borg, die de verweerder wil steunen, voeging vragen; hij concludeert dan tot afwijzing van de eis.

Lit. Van Rossem-Cleveringa, Burg. rechtsvord. I, 3de dr., blz. 420-430; C. W. Star Busmann, Hoofdst. v. burg. rechtsvord., nieuwe uitg., 1948, blz. 456-465; R. van Boneval Faure Het Ned. burg. procesrecht III, 3de dr.. blz. 34-69; K. Wiersma, Het rechtsmiddel verzet van derden (Prf. Leiden 1952), blz. 52-54.

< >