Deens natuurkundige (Kopenhagen 7 Oct. 1885), lange tijd directeur van het theoretisch fysisch instituut van de universiteit te Kopenhagen, is naast Einstein de hoogst geschatte natuurkundige van het begin der 20ste eeuw. Behalve door de verlening van vele erelidmaatschappen van wetenschappelijke instellingen werden zijn verdiensten beloond door de Nobelprijs (1922) en door de beschikbaarstelling van de Deense erewoning (1931) op Carlsberg.
De koning van Denemarken benoemde hem in 1947 tot ridder in de Olifantsorde.
In 1913 publiceerde hij zijn theorie over het ontstaan van de spectra (zie atoom, atoommodel). Deze beschouwingen leidden o.a. tot verdieping van onze ideeën omtrent het periodiek systeem der elementen en tot ontdekking van het nieuwe element Hafnium.
Bohr’s naam is verbonden aan allerlei objecten, die in zijn theorie voorkomen. De waterstofbanen en waterstofstralen van Bohr zijn resp. de banen en de stralen van deze banen van het waterstofmodel, dat hij invoerde. De straal van de kleinste van deze banen (0,532⋅10-8 cm) dient als lengteeenheid in de atoomfysica. Het magnetisch moment, dat het waterstofatoom in zijn grondtoestand zou hebben volgens het atoommodel van Bohr, dient eveneens als eenheid van magnetisch moment en staat bekend als het magneton van Bohr (waarde 0,735⋅10-21 gauss cm3). Ten slotte is het correspondentieprincipe van Bohr een door hem ingevoerde beschouwingswijze, waardoor de kloof tussen de klassieke en de moderne quanteuze beschouwingen werd overbrugd. Ook met kernfysica heeft Bohr zich gedurende Wereldoorlog II en reeds daarvoor opgehouden. In 1943 wist hij met een vissersboot uit het bezette Denemarken te ontkomen naar de V.S., waar hij een belangrijke rol speelde bij de studiën, die samenhingen met de vervaardiging van de atoombom.
Publicaties van grote omvang zijn van hem niet te noemen. Zelfs is ook het aantal kleine publicaties zeer gering. De grote invloed van Bohr komt meer tot uiting in persoonlijke omgang en in brieven, discussies en op congressen.
Lit.: L. Rosenfeld, N. B. (Amsterdam 1945).