Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Blokkade (oorlogsrecht)

betekenis & definitie

Volgens het recht van de zeeoorlog kunnen de eigendommen van de vijand, zowel van de staat als van particulieren, waar zij ook ter zee worden aangetroffen, door de tegenstander worden buitgemaakt. Dit is ook het geval met goederen van onzijdigen onderweg naar de vijand en vallende onder het begrip contrabande, alsmede met onzijdige schepen met de zich daarin bevindende goederen, die een handelsblokkade trachten te breken.

De handelsblokkade dankt haar ontstaan aan het tot ontwikkeling komen van het begrip neutraliteit en van de rechten der onzijdigen. Zij eist, als tegenwicht voor het nadeel, dat de onzijdigen van het verbod van handel ondervinden, dat de blokkerende mogendheid zich aanzienlijke opofferingen getroost om haar verbod te doen eerbiedigen. Op grond van dezelfde overwegingen is het veel goedkoper en eenvoudiger middel van versperring van vijandelijke havens door stenen of mijnen (de zgn. stenen- of mijnenblokkade), dan wel door het tot zinken brengen van schepen, volkenrechtelijk niet geoorloofd.

Blokkade heeft het eerst toepassing gevonden door de Verenigde Nederlanden, die haar bij een plakkaat van de Staten-Generaal van 26 Juni 1630 vestigden voor de havens van Vlaanderen, die zij daartoe voortdurend met oorlogsschepen bezet hielden. Holland, welks uitnemend belang bij volkomen vrije handelsvaart hier niet behoeft te worden geschetst, heeft bij voortduring gestreefd naar algemene erkenning van de eis van effectiviteit der blokkade. Volkenrechtelijke erkenning vindt deze eis in de 18de eeuw in enkele verdragen, waarin ten deze werd overeengekomen, dat ter handhaving van de blokkade ten minste een vastgesteld aantal oorlogsschepen, in deze verdragen variërend van 2 tot 6. vóór de af te sluiten haven moest worden gelegd.

Aldus geschiedde aanvankelijk ook bij de Eerste Gewapende Neutraliteit (1780), bij welker aanvaarding de deelnemers echter niet een noodzakelijk aantal schepen noemden; veelal lieten zij later het vereiste van gestationneerde schepen vallen en gingen zij bij hun overeenkomsten niet verder dan met het er in opnemen van de eis van het onderhouden van een voldoend aantal schepen in de nabijheid van de te blokkeren haven, waardoor het daar binnenlopen bijzonder gevaarlijk zou moeten zijn. In de strijd tussen Engeland en Frankrijk na het uitbreken van de Franse revolutie vaardigde eerstgenoemd land een blokkade uit van de gehele Franse en aan Frankrijk onderhorige kust. Om deze te kunnen instellen kon het niet gebruik maken van gestationneerde schepen, noch kon het in voldoende nabijheid van de kust schepen onderhouden, maar stelde het een blokkade van kruisende eskaders in. Ook later vond deze kruiserblokkade in de practijk herhaaldelijk toepassing. In de op het congres van Parijs van 1856 opgestelde declaratie van 16 Apr. van dat jaar werd bepaald, dat de blokkade, om rechtsgeldig te zijn, effectief zou moeten zijn, d.w.z. onderhouden door een strijdmacht, voldoende om de toegang tot de kust van de vijand werkelijk te verhinderen. Het onderhouden van gestationneerde schepen werd er dus niet uitdrukkelijk in verlangd.

De Londense zeerechtdeclaratie (1909), die voor het eerst een volledige codificatie van het blokkaderecht bracht, gaf al evenmin een duidelijke oplossing. Ook zij bepaalde eenvoudig, dat de blokkade effectief moet zijn (art. 2). Voorschriften, aan de hand waarvan deze effectiviteit zou kunnen worden vastgesteld, gaf zij evenwel niet. Deze Londense declaratie is door Engelands weigering om haar te ratificeren nooit in werking getreden.

Terwijl de moderne oorlogsmiddelen het blokkadestelsel met gestationneerde bovenwaterschepen onmogelijk maakten, gaven zij de Duitse regering tijdens Wereldoorlog I een middel in handen om het vijandelijk gebied van de zeehandel af te sluiten. Met haar tegen Engeland afgekondigde duikbootoorlog (door de beruchte verklaring van 31 Jan. 1917 en haar latere verscherpingen) streefde de Duitse regering het eigenlijke doel na van de handelsblokkade, nl. afsluiting van het vijandelijk gebied van alle handel, en wel door daarvoor gebruik te maken van duikboten. Daarmede handelde zij in strijd met het destijds geldende volkenrecht, hoezeer zij ook al heeft getracht haar maatregelen niet voor een blokkade te doen doorgaan, mede door hun tal van fraaie, andere namen te geven, als Seesperre. Tauchbootsperre, Verkehrssperre. Immers, afgezien reeds van de excessen waartoe deze duikbootoorlog heeft geleid en noodzakelijk moest leiden, dient de duikbootblokkade onvoorwaardelijk te worden veroordeeld op grond van dezelfde overwegingen als die, waarop de onrechtmatigheid van de stenen- en mijnenblokkade berust. Voorts is het aan duikboten, die voor een blokkade worden gebezigd, practisch onmogelijk te voldoen aan het voor elke blokkade geldende beginsel, dat onzijdige schepen, verdacht van poging tot blokkadebreuk, moeten worden aangehouden en opgebracht voor onderzoek en berechting. Eerst bij verzet immers kan tot geweld er tegen worden overgegaan. De Duitse maatregelen tijdens Wereldoorlog I en II hebben dan ook tot talrijke gruwelijke daden geleid.

Ook de Britse practijk tijdens Wereldoorlog I ging geenszins vrijuit. De bij Order in Council van 15 Mrt 1915 ingestelde blokkade van Duitsland trof niet alleen het zeeverkeer uit en op dat land, maar tevens, door de toepassing van de leer der voortgezette reis, de doorvoer van goederen door onzijdig gebied en daardoor in het bijzonder het handelsverkeer van Nederland. Voorts ontbrak de gordel niet slechts van gestationneerde, maar zelfs van kruisende oorlogsschepen. Dat de Britse maatregelen de Duitse bevolking met ontberingen bedreigden, maakte ze — dit in tegenstelling tot de mening van Duitslands regering en schrijvers gedurende Wereldoorlog I — op zichzelf niet onrechtmatig. De afsnijding van alle toevoer naar de vijand is een geoorloofd strijdmiddel, grondslag zelfs van de blokkade. Vooral sinds het steeds meer inschakelen van de gehele bevolking in de oorlogvoering moet er een middel in worden gezien om de vijand zonder bloedvergieten tot onderwerping te brengen. Het Volkenbondsverdrag (art. 16) en het Handvest der Verenigde Naties (art. 41) noemen het algeheel afbreken van economische betrekkingen en van alle verkeer onder de maatregelen, welke de Raad van de Volkenbond, onderscheidenlijk de Veiligheidsraad aan de leden kan aanbevelen ten uitvoer te leggen tegen een staat, die een verboden oorlog begint (Volkenbondsverdrag) of zelfs maar de internationale vrede en veiligheid bedreigt (UNO-verdrag), als een middel ter voorkoming van het ergere, het nemen van maatregelen, die het gebruik van wapengeweld inhouden.

Vredesblokkade of pacifieke blokkade noemt men het blokkeren van een kuststrook of haven als dwangmaatregel in tijd van vrede. Zij wordt toegepast om druk uit te oefenen bij wijze van represaille of om een mogendheid te dwingen zekere maatregelen te nemen of na te laten.

MR L. V. LEDEBOER

Lit.: D. L. van Bylandt, Het blokkaderecht (’s-Gravenhage 1880); J. Teyssaire, Le blocus pacifique (Beauvais 1910); W. Kulzer, Die Blockade im Kriege und im Frieden (München 1913); H. Triepel, Konterbande, Blockade und Seesperre (Berlin 1918); H. P.

Falcke, Le blocus pacifique (Leipzig 1919); J. P. A. François, Duikboot en volkenrecht (Leiden 1919); L. Guichard, Histoire du blocus naval (1914-1918) (Paris 1929); B. de la Chaise, Les blocus réguliers pendant la grande guerre (Paris 1938); J. M.

Spaight, Blockade by air. The campaign against Axis shipping (London 1942).

< >