Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bloedverwantschap (recht)

betekenis & definitie

is volgens de wet (artt. 345-352 B.W.) de betrekking, die er bestaat tussen personen, die van elkander afstammen of een gemeenschappelijke stamvader hebben. Zwagerschap of aanverwantschap (Latijn: affinitas) bestaat tussen de ene echtgenoot en de bloedverwanten van de ander. Er bestaat geen zwagerschap tussen de wederzijdse bloedverwanten der echtgenoten.

Zij die door één dier betrekkingen aan elkander verbonden zijn, heten verwanten; zij, die in den bloede verwant zijn, bloedverwanten, deze laatsten noemt men ook magen, de anderen aangehuwden, aanverwanten, zwagers (in het Latijn affines (oorspr. nabuur), in het Frans alliés). Al die personen bestaan elkander en worden dikwijls samen begrepen onder nabestaanden.Bloedverwantschap (cognatio, consanguinitas) wordt onderscheiden in wettige en natuurlijke of onwettige bloedverwantschap. De erkenning van een natuurlijk kind (d.i. een buiten huwelijk verwekt en geboren kind) veroorzaakt de betrekking met degene der ouders, die de erkenning gedaan heeft, en heeft met de bloedverwanten van deze slechts enkele rechtsgevolgen.

De betrekking van bloedverwantschap kan meer of minder nauw zijn. Zij wordt berekend naar het aantal geboorten. Elke geboorte wordt een graad (oudtijds: knie, vandaar „evenknie”) genoemd. De opvolging der graden maakt de linie (oudtijds: link). Deze wordt onderscheiden in rechte linie en zijlinie. Bloedverwanten in de rechte linie zijn zij, die van elkander afstammen; bloedverwanten in de zijlinie (zijmagen of collateralen) zijn degenen, die niet van elkander afstammen, doch een gemeenschappelijke stamvader hebben. De naaste zijmagen zijn broeders en zusters, volle of halve, naarmate zij beide of slechts één van beide ouders gemeen hebben.

De berekening van de graad van bloedverwantschap tussen twee personen geschiedt in de rechte linie door het tellen van de geboorten, welke er tussen die personen zijn. In de zijlinie volgens de wettelijke, dat is de Romeins-rechtelijke wijze, telt men van de ene persoon tot de gemeenschappelijke stamvader en van deze naar beneden tot de ander. Het Canonieke en Germaanse recht kenden andere tellingen.

De wet verbindt verscheiden gevolgen aan de bloedverwantschap. Daaruit ontstaat, in verband met het huwelijk, de ouderlijke macht over de minderjarige kinderen. Zij is de bron van de verplichting tot onderhoud, ingeval van behoefte, aan sommige bloedverwanten, wederkerig op de een ten behoeve van de ander gelegd. Zij belet de toepassing van de lijfsdwang door verwanten in de nederdalende linie tegen die der opgaande. Soms is zij een volstrekt of betrekkelijk beletsel tegen het aangaan van een huwelijk. Zij is de grond van de wettelijke erfopvolging en het wettelijk erfdeel. Bloedverwanten van een der partijen in de rechte linie zijn in het algemeen onbekwaam om getuigenis in rechten af te leggen.

In vele oude rechtsstelsels was de betekenis van de bloedverwantschap voor het rechts- en het staatsverband veel groter dan thans. Het is waarschijnlijk dat zowel de oudste Romeinse als de Atheense staat op bloedverwantschap was gegrond, waarbij een aantal families een curia vormde en de curiae gegroepeerd waren in de drie oude tribus, totdat in Athene de hervormingen van Kleisthenes en in Rome de aan Servius Tullius toegeschreven hervorming hiervoor een orde gebaseerd op het beginsel der woonplaats in de plaats stelden. Ook vele andere oude rechtsinstellingen en gebruiken als eedhelpers, zoengeld, veten, waren op bloedverwantschap gevestigd. Zij vormt nog heden de grondslag van familie en gezin en het is niet aannemelijk dat zij ooit haar belang voor maatschappij en recht geheel verliezen zal.

PROF. MR H. R. HOETINK

Lit.: P. Scholten, Familierecht, 8ste dr. (1947); A. S. de Blécourt, Kort Begrip v. h. Oud-Vaderl. Burgerl. Recht, 5de dr. (1939), no 230: Gradenberekening; A.

Guarino. Adfinitas (Milano 1939).

< >