Het Cook County Hospital te Chicago heeft in 1937 de „bloedbank” geïntroduceerd. Men verstaat hieronder een inrichting waarin steeds geconserveerd bloed van alle groepen (A, B, O en AB) voorradig is.
De dokters uit het ziekenhuis hebben een tegoed aan bloed bij de bank, waaruit zij voor hun patiënten kunnen putten. Familie en kennissen van de patiënt zorgen daarna weer voor aanvulling van het opgenomene. Het voordeel van deze methode is, dat men steeds snel over bloed voor bloedtransfusies beschikt. Het is een nadeel dat men steeds bloed gebruikt dat langere of kortere tijd bewaard is.Ofschoon de techniek van het conserveren van bloed sedert 1938, toen dit voor het eerst in de Spaanse burgeroorlog op grotere schaal werd geprobeerd, vele verbeteringen heeft ondergaan, staat het toch vast dat er veranderingen in het bloed ontstaan, zodra dit is afgetapt van de bloedgever. Geleidelijk neemt de vitaliteit van de witte en de rode bloedlichaampjes af. 15 dagen bewaren bij 4 gr. C. onder toevoeging van 1 pct glucose is wel de langste tijd, die men zonder belangrijke achteruitgang van de weerstand van de rode bloedlichaampjes kan bereiken. 15-30 dagen bewaard bloed is nog bruikbaar, maar heeft reeds minder weerstand. Geconserveerd bloed dat ouder is dan 30 dagen mag niet meer als zodanig worden gebruikt, het is dan nog wel geschikt voor de bereiding van bloedplasma (zie bloedgroepen).
DR J. SPAANDER
