Biscara of Biskara, is een stad in Algerije, in het militaire district Touggourt, op 125 m hoogte, in de oasengroep Biskra gelegen. De oasen en de stad worden uit de Wadi-Biskra bevloeid en zijn door een spoorweg over Batna met Constantine verbonden.
Het klimaat is er zeer afwisselend. Biskra is de warmste plaats der Sahara van Algerije, zodat de temperatuur er in de zomer stijgt tot 50 gr. C., doch in de winter soms tot het vriespunt daalt. Men vindt in deze oase behalve de stad nog zes Berberdorpen. Er zijn vele minerale bronnen (zwavelbronnen van 47 gr. C., op 7 km van de stad) en men treft er een prachtige plantengroei aan met dadelpalmen en olijfbomen.
De stad bestaat uit het Franse Nieuw-Biskra met sierlijke tuinen en pleinen, en het Arabische Oud-Biskra. Dit strekt zich met de zes andere uit hutten bestaande dorpen over een lengte van 5 km uit. In eerstgenoemd gedeelte heeft men flinke huizen met zuilengangen, grote waterreservoirs en het fort Saint-Germain. Het inlandse gedeelte wordt bewoond door Arabieren, Berbers en Negers, die zich hoofdzakelijk met de dadelteelt bezighouden. Biskra is een belangrijk karavaanstation en er wordt een aanzienlijke handel gedreven in dadels, graan, geweven stoffen, wijnen, likeuren enz. Deze stad wordt tevens meer en meer een gezocht winterverblijf. In de nabijheid liggen de bouwvallen der Romeinse stad Beskara en de warme zwavelbronnen (47 gr. C.) van Hamman-Salhin.Verder zijn er ijzer-, kalk-, salpeter- en zoutgroeven en vervaardigt men er boernoes en tapijten. Te Beni-Morra, niet ver van Biskra, heeft de Franse regering een plantentuin (acclimatisatietuin) aangelegd. In Romeinse tijd lag hier Zaba. Later werd het een bisschopsstad. Onder de Moren had het aanvankelijk nog grote betekenis, doch ten gevolge van de pest in 1663 is deze oase ontvolkt en verarmd. Sedert 1844 is Biskra in het bezit van de Fransen, die er de zetel hebben gevestigd van hun heerschappij over dit gedeelte van de Sahara.