(Conjunctiva, Coniunctiva) is het slijmvlies, dat de binnenzijde van de oogleden (conj. palpebrarum) en de voorzijde van de oogbol (conj. bulbi) bedekt. Het eindigt bij de rand van het hoornvlies (limbus corneae). De ruimte tussen de conj. palpebrarum en de conj. bulbi (die eigenlijk pas ontstaat, wanneer de oogleden naar voren worden getrokken) is de bindvlieszak (conjunctivale zak). Het bovenste gewelf van de bindvlieszak is de zgn.fornix conjunctivae. Het slijmvlies bevat een groot aantal kliertjes, die te zamen met de traanklieren en klieren van het ooglid de bindvlieszak bevochtigen en smeren.
Voor inspectie is de bindvlieszak slechts toegankelijk indien men de oogleden naar buiten omstulpt.Door het directe contact met de buitenwereld is het bindvlies sterk blootgesteld aan verwondingen en infecties. Zo kan bijv. een vreemd lichaam (vuiltje) in de bindvlieszak tot hevige prikkelingsverschijnselen aanleiding geven. Van veel belang is de bindvliesontsteking (conjunctivitis).
De meest voorkomende vorm hiervan is de acute catarrhale conjunctivitis, die veroorzaakt kan worden door zeer verschillende oorzaken en die gepaard gaat met roodheid, zwelling (chemosis), afscheiding en soms met pijn. Men kent verder verschillende vormen van een meer slepend verlopende bindvliesontsteking (chronische catarrhale conjunctivitis). Behalve deze beide kent men een groot aantal bijzondere vormen van bindvliesontsteking, t.w.:
a. (gono)blennorrhoe, een etterige bindvliesontsteking veroorzaakt door de verwekker van de gonorrhoe (gonococcus), die zowel voorkomt bij pasgeborenen, die dan tijdens het geboorteproces worden geïnfecteerd, als bij volwassenen. Deze ziekte kan onder bepaalde omstandigheden een hoornvlieszweer en daardoor niet zelden blindheid veroorzaken. Zij kan bij pasgeborenen vrijwel met zekerheid worden voorkomen, door het kind direct na de geboorte een 2 pct oplossing van zilvernitraat in de bindvlieszak te druppelen (prophylaxe volgens Credé).
b. trachoom, een zeer besmettelijke conjunctivitis, die in vele landen, waar de hygiënische toestanden ongunstig zijn, zeer veelvuldig voorkomt en één van de belangrijkste oorzaken van blindheid in de wereld is. In Nederland komt deze ziekte practisch niet meer voor, in Indië daarentegen zeer veel.
c. phlyctaenulaire bindvliesontsteking (Conjunctivitis phlyctaenulosa), een ziekte, die vooral voorkomt bij scrophuleuze (klierachtige) kinderen en die gepaard gaat met de vorming van knobbeltjes (phlyctaenen) in het bindvlies en die dikwijls samenhangt met tuberculose.
d. diphtherische bindvliesontsteking, een dikwijls zeer ongunstig verlopende vorm van conjunctivitis, die veroorzaakt wordt door de diphtheriebacil.
Bij de behandeling van de bindvliesontsteking is de plaatselijke toediening van geneesmiddelen in de vorm van oogwater, oogdruppels en oogzalven naast vele andere maatregelen van belang. Bloeding onder het bindvlies (hyposphagma) komt veelvuldig voor door zeer verschillende oorzaken en heeft op zichzelf geen betekenis, hoewel de patiënt er dikwijls wel door wordt verontrust.
DR J. TEN DOESCHATE