is een soort van waarzeggerij uit de Bijbel of andere als heilig of eerwaardig beschouwde boeken. Gewoonlijk geschiedt dit door het boek op goed geluk open te slaan en uit de plaats, waarop het oog het eerst valt of die de vinger het eerst treft, de toekomst af te leiden.
Zo orakelden reeds de Chinezen met de Yih King, de Mohammedanen met de Koran. De Grieken gebruikten daartoe Homerus, de Romeinen de Sibillijnse boeken. Na de invoering van het Christendom waren het Bijbel of psalmboek, waaruit men op dezelfde wijze de toekomst voorspelde. Het werd natuurlijk door de kerk verboden; Karel de Grote bestreed het in zijn capitularium van 789. Toch komt het gebruik nog steeds voor.