is in het algemeen de overdreven zucht om boeken te verzamelen, zonder die naar eis te gebruiken; vooral noemt men zo de te ver gedreven liefhebberij, om oude, zeldzame en kostbare boeken bij elkander te brengen. De bibliomaan of boekengek koopt alle zeldzame boeken zonder onderscheid, en bij keuze laat hij zich meer leiden door hun zeldzaamheid en door toevallige omstandigheden dan door hun wetenschappelijke waarde of door de schoonheid of pracht van hun uitvoering (band, papier, typografie of illustratie).
Sommigen maken alleen jacht op werken, die tot een speciaal gebied behoren. Hier grenst de bibliomanie aan de bibliophilie.In de 19de eeuw tierde de bibliomanie welig in Frankrijk en Engeland; de kroon spande misschien wel de Engelsman Richard Heber (ca 1830), die meer dan 150.000 boeken verzamelde, in acht huizen ondergebracht. In de tegenwoordige tijd is zij overal sterk verminderd.
Lit.: Th. Fr. Dibdin, Bibliomania or bookmadness, a bibliographical romance (London 1876); G. Brunet, La bibliomanie en 1878, 1880-1889 (Paris 1878. 1880-1889); Ch. Nodier, Le bibliomane (Paris 1893); Otto Mühlbrecht, Die Bücherliebhaberei (Bibliophilie-Bibliomanie) am Ende des 19. Jahrh. (Berlin 1896); Holbrook Jackson, The Anatomy of bibliomania (1932); F.
S. Merryweather, Bibliomania in the Middle Ages (London 1933).