heet een zijrivier van de Dnjepr in Wit-Rusland, ter lengte van 585 km. Zij stroomt met vele kronkels meest Z.-Z.O.-waarts en valt een 25 km boven Retsjitsa in de Dnjepr.
De oevers zijn laag, met bos en wei bedekt; het bovenstroomgebied is sterk moerassig. In het voorjaar bij het smelten van ijs en sneeuw overstroomt zij dikwijls haar oevers. Zij is bevaarbaar van Borissow stroomafwaarts over een lengte van bijna 400 km. De voornaamste zijrivieren zijn de Sergoetsj, de Bobr en de Ola (van links) en de Plissa, de Oesja en de Swilotsj (van rechts).De Berezina heeft algemene vermaardheid gekregen door de overtocht van de resten van het Grote Leger over deze rivier bij zijn terugkeer van Moskou in 1812 op 26-28 Nov. Napoleon I was aanvankelijk van plan geweest de rivier bij Borissow over te steken, doch nadat een Russisch leger onder Tsjitsjakow de brug aldaar vernield had, kreeg maarschalk Oudinot opdracht een geschikte plaats te zoeken, waar een brug gebouwd kon worden, en vond die op enige afstand stroomopwaarts van Borissow, bij Stoedjanka. Door Tsjitsjakow, die op de rechteroever stond, te misleiden gelukte het hem hier 25-26 Nov. een tweetal bruggen over de rivier, die vol ijsschotsen was, te doen slaan, aan welk moeilijk werk een 200-tal Hollandse pontonniers onder kapitein Benthien een belangrijk aandeel hadden. Oudinot en Ney met hun legercorpsen passeerden het eerst deze bruggen; daarop volgde de 27ste de keizer zelf met zijn garde. Er waren echter nog duizenden en duizenden nakomers, grotendeels reeds zonder wapens, en onder hen vele vrouwen en kinderen, op de linkeroever. Reeds op de namiddag van de 27ste geschiedde een ramp, toen de grootste der beide bruggen (voor de derde maal al) brak en velen daardoor verdronken.
De 28ste deden de Russen van twee kanten, links en rechts van de rivier, ernstige aanvallen; die van Tsjitsjakow (rechts) werd door Ney afgeslagen; aan de linkeroever dekte de Franse achterhoede onder Victor de overtocht tegen het Russische leger van Wittgenstein. Intussen was er bij en op de bruggen een vreselijk gedrang ontstaan, waardoor tallozen, ook vrouwen en kinderen, onder de voet werden gelopen, verdronken of sneuvelden door de kogels van de vijand. In de avond van de 28ste trok Victor met de resten van zijn leger over; de andere
ochtend werden de bruggen verbrand. Duizenden achtergeblevenen kwamen nog ellendig om.
PROF. DR TH. J. G. LOCHER Lit.: L en oir, Recherches sur le passage de la Bérézina (Rev. du génie mil. 1894); Lindenau, Der Beresina-Ubergang (1896); Brief van Clausewitz aan Stein in Hist. Zeitschr. (1888); De Solignac, La Bérézina, Souvenir d’un soldat de la Grande Armée (1890).