(vroeger Bender of Bendery, in het Roemeens Tighina), is een stad in Bessarabië, ten Z.O. van Kiesjenef gelegen. In het begin van de 12de eeuw was hier een Genuese kolonie gevestigd.
De Turken bezetten de stad tegelijk met Moldavië en versterkten haar. In 1709 verzamelde Karei XII na de nederlaag bij Poltawa hier zijn troepen en verbleef tot 1713 op deze plaats in een kamp dat Nieuw Stockholm heette. In 1770 werd de stad door den Russischen generaal Panin ingenomen en in brand gestoken. Bij de vrede van Kainardsji (1774) werd Bendersk weder aan de Turken afgestaan; in 1789 werd de stad wederom door de Russen ingenomen om bij de vrede van Jassy opnieuw onder Turks gezag terug te keren. In 1806 maken de Russische legers zich nogmaals meester van de stad en wederom wordt zij aan de Turken afgestaan. Na in 1811 weder in Russische handen gevallen te zijn, wordt de stad met Bessarabië bij de vrede van Boekarest (1812) aan Rusland afgestaan. Na Wereldoorlog I, als Bessarabië zich bij Roemenië aansluit, wordt de naam veranderd in Tighina.Als Bessarabië deel uitmaakt van het tsaristische rijk vervult de stad een belangrijke verkeersfunctie, in den beginne als belangrijke haven aan de rivier de Dnjestr, later tevens als knooppunt van spoorwegen, waardoor zij verbonden wordt met Odessa en de Roemeense steden Galats en Jassy. Zij bezat een belangrijke handel in graan, wijn, wol, vee, meel, talk en hout. Tijdens het Roemeense bewind kon de stad deze verkeersfunctie niet vervullen. De Dnjestr was voor de scheepvaart gesloten en handel op Rusland was niet meer mogelijk. Nu Bendersk met Bessarabië in 1944 door Roemenië aan de Sovjet-Unie is afgestaan, zal de stad eerder haar oude rol kunnen vervullen.
H. A. BOMER