Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Bedwateren

betekenis & definitie

(Enuresis nocturna) is urinelozing tijdens de slaap; het komt vnl. voor bij kinderen. Soms leren kinderen in het geheel niet des nachts zindelijk te worden, andere zijn enige tijd zindelijk, terwijl zij enkele jaren later des nachts bedwateren.

In dit laatste geval zijn de vooruitzichten op een spoedig herstel gunstiger.Wanneer het kind na het derde jaar des nachts niet zindelijk is, moet, wanneer het om de urinelozing gaat, van enuresis nocturna worden gesproken. Deze stoornis kan berusten op afwijkingen in het centrale zenuwstelsel (epilepsie, spina bifida, ernstige intelligentiestoornissen). Men heeft hoe langer hoe meer leren inzien, dat de genoemde oorzaken uitermate zeldzaam zijn. Ook is het gebleken, dat afwijkingen in de urinesamenstelling of abnormaal versterkte prikkelbaarheid van de blaas geen belangrijke rol spelen. Dat de diepte van de slaap van betekenis zou zijn wordt door velen ontkend. Zelfs een ontsteking van de urinewegen met versterkte drang tot urineren leidt bij een normaal kind zelden tot enuresis, door de vermeerderde oplettendheid die het kind daartegenover stelt.

Hetzelfde geldt voor ziekten, welke, zoals diabetes mellitus (suikerziekte) en diabetes insipidus en sommige nieraandoeningen, met vergrote urineproductie gepaard gaan. Ten slotte is ook de betekenis, die het bestaan van een spina bifida occulta zonder verdere innervatiestoornissen zou hebben, door nieuwere statistische onderzoekingen voldoende weerlegd. (Van Lookeren Campagne, Ned. Tijdschr. van Geneesk. 1938 p. 28). Het staat wel vast, dat in verreweg de meeste gevallen de stoornis berust op psychische invloeden die gedeeltelijk door de aanleg (de enuresis nocturna komt nog al eens erfelijk voor), gedeeltelijk door milieu-invloeden worden bepaald. Over de wijze waarop deze psychische wordingsgang zich voltrekt hebben wij nog niet voldoende zekerheid. Het is waarschijnlijk te achten, dat deze niet bij alle kinderen dezelfde is.

Dat het kind zelf bewust schuld zou dragen aan het verschijnsel komt niet voor. Enuresis moge voor de ouders een grote moeilijkheid zijn, voor het kind betekent zijn kwaal een niet te overschatten leed. Wat men kinderen heeft aangedaan om hen te dwingen tot medewerking tart alle beschrijving. Zelfs al zou bewezen worden, dat een van de oorzaken een bevrediging van lustverlangen is, dan nog blijven alle strafmaatregelen, ook de lichtste, volkomen uit den boze. Met straffen wordt nimmer een neurotische ontwikkelingsgang (z neurose) ten goede gekeerd.

De volgende psychische oorzaken zijn voor het ontstaan van de enuresis verantwoordelijk gesteld:

1. protesthouding tegen onachtzaamheid of hardheid van de naaste omgeving, schuldgevoel bij werkelijk of vermeend vergrijp;
2. ten koste van alles op zich willen concentreren van de aandacht van de omgeving;
3. werkelijke of vermeende échecs in het leven en daarmede gepaard gaande minderwaardigheidsgevoelens;
4. gevoel van eenzaamheid en verlatenheid;
5. de kinderlijke erotiek: urethra-erotiek;
6. het optreden als masturbatie - equivalent.

Carp ziet in de enuresis een uiting van psycho-sexuele spaf pi, waarbij langs neurotische weg verschillend men van erotische aard bevredigd worden. Aft ïsch-primitieve machtsfantasieën van destrucfii^K aard, magische voorstellingen kunnen zich iWde infantiele voorstellingswereld aan het proces der urinelozing vastknopen. Het oude volksgeloof in een verband tussen het spelen met vuur en het verschijnsel heeft aanleiding gegeven tot een opvatting over het verband tussen urinelozing en sadistische gevoelens. Carp wijst er terecht op dat de betrekkingen tussen enuresis en infantiele onanie van die aard kunnen zijn, dat soms bij verdringing van de desbetreffende neigingen en handelingen het verschijnsel der enuresis zich als onanie-equivalent kan voordoen. Ook kan de heimelijke wens des nachts door de moeder opgenomen te worden een rol spelen. In verreweg de meeste gevallen eindigt de enuresis bij het begin van de puberteit.

Toch zijn er niet weinig kinderen, die ook later nog aan de enuresis lijden. Bij deze patiënten zijn herhaaldelijk stoornissen in de psychosexualiteit gevonden en een neurotische persoonlijkheidsontwikkeling.

Ieder kind dat aan enuresis lijdt behoort deskundige behandeling van een arts te krijgen, om mogelijk toch bestaande lichamelijke afwijkingen uit te sluiten of eventueel te behandelen. De behandeling zal verder zich vnl. moeten richten op de psychische toestand van het kind en de instelling van de ouders. De behandeling van de enuresis kan soms in korte tijd slagen, soms ten enenmale mislukken. De behandeling is tevens gericht op verandering van de blaasprikkelbaarheid. Verder bestaat zij uit doelbewuste suggestieve behandeling, nadat vooraf een inzicht is verkregen in de omstandigheden en de de psyche ziekmakende factoren. Of men de suggestie zal geven langs de weg van medicamenten, door allerlei maatregelen, door educatieve hulpmiddelen, lichte hypnose, zal van de geaardheid van het kind afhangen.

Bij alles is succes bereikt en . . . uitgebleven. Tot de bovengenoemde maatregelen zijn te rekenen: een wekker op bepaalde tijd laten aflopen en het kind laten urineren; het kind een lijstje laten maken van droge en natte nachten; het stimuleren van eerzucht en vertrouwen geven; opnemen in een ziekenhuis, electriseren, het geven van een dieetschema: des avonds weinig of niet drinken; het bed aan het voeteneind verhogen; een niet te zachte matras; suggestieve gymnastische oefeningen van onderbuiken bekken musculatuur (Mensendieck). In sommige gevallen is een psycho-analytische behandeling noodzakelijk. PROF. DR H. C. RÜMKE

< >