Bulgaroctonus (d.i. Bulgarendoder) (957 - 15 Dec. 1025), keizer van het Byzantijnse Rijk van 976-1025, achterkleinzoon van Basilius I* den Macedoniër, gaf het rijk de grenzen terug van de periode van de grootste bloei onder keizer Justinianus; zijn regering vormde het hoogtepunt van de militaire en besturende macht van Bvzantium.
Bij de dood van keizer Tzimiskes meende men te voorzien, dat de keizers-regenten de regering blijvend zouden uitoefenen, daar Basilius, toen 19 jaar oud, een leven van verstrooiing leidde, en zijn broeder Constantijn slechts 16 jaar oud was. Maar in 985 veranderde Basilius zijn leven. Hij ontdeed zich van zijn „parakimómenos” Basilius Lecapinus, en om het hoofd te kunnen bieden aan twee generaals, Bardas Sclerus en Bardas Phocas, die het leger in hun hand hadden en Basilius de macht betwistten, ging hij in op de voorstellen van den Russischen vorst Vladimir, die zijn zuster wilde huwen en het Russische volk tot het Christendom doen bekeren. Basilius ontving tot dank een leger van 6000 Russische soldaten, met wier hulp hij de rebellen versloeg. De Russische kerk ontwikkelde zich sindsdien onder de invloed der Byzantijnse.Basilius heerste zonder eersten minister; ongehuwd en zonder gunsteling of gunstelinge, nam hij zijn beslissingen zelfstandig; hij koos met grote zorg zijn civiele en militaire staf. Hij besteedde zorg aan de financiën en liet bij zijn dood, ondanks 40 jaren van gedurige oorlogvoering, een schatkist na met een onuitputtelijke rijkdom aan gemunt goud en edelgesteente. Op sociaal gebied beperkte hij de macht van het grootgrondbezit door, bij novelle van 996, de proscriptiewet van Romanus Lecapinus (922) op te heffen, die feitelijk de armen van hun land beroofde ten gunste der grote bezitters. Hij voerde opnieuw het „allelengyon” in, wet die de grootgrondbezitters verplichtte de belastingschuld der kleine luiden op zich te nemen.
Zijn militaire activiteit richtte zich tegen vier vijanden: in Azië tegen den kalief van Egypte; in het Noorden tegen den tsaar van Bulgarije; in Italië tegen de Germaanse dynastie; in de Kaukasus ten slotte zette hij de Byzantijnse penetratie energiek door. Zijn overwinningen waren te danken aan een strenge tucht in het leger, aan de strategische plannen, die Basilius persoonlijk uitwerkte, aan zijn aanpassingsvermogen en aan snelle verplaatsing, waardoor hij de vijand verraste. Op het Bulgaarse strijdveld vernam hij, dat de Egyptische kalief El-Aziz, de wapenstilstand met het Byzantijnse rijk verbrekend, zich van Aleppo wilde meester maken en Syrië veroveren. Basilius trok in 16 dagen met zijn troepen Klein Azië door, joeg de troepen van den kalief op de vlucht en bezette een deel van Syrië (995). De verovering van Bulgarije nam 17 jaren in beslag. De strijd duurde voort tot in 1018, toen alle Bulgaarse legerhoofden zich onderworpen hadden.
Bulgarije werd hierop met gematigdheid bestuurd; zelfs werd de onafhankelijkheid van de Bulgaarse kerk geëerbiedigd. Op zijn terugtocht naar Constantinopel bleef Basilius enige tijd met zijn leger in Athene.
In Italië waren ongeveer dezelfde vijanden: Sarracenen en Slavische zeerovers, maar ondersteund door het Germaanse rijk. Basilius beschouwde zich gedurende de Bulgaarse oorlog als suzerein van Venetië, verlaagde de daar geheven invoerrechten en liet zijn troepen door Venetiaanse schepen vervoeren. In 1009 brak een opstand uit in Bari, die zich tot in Apulië uitbreidde. Een Byzantijns leger landde er terstond en behaalde uiteindelijk de overwinning in de vlakte van Cannae, ondanks het feit, dat bij deze gevechten voor het eerst in de rijen der vijanden de geduchte ruiterij det Noormannen verscheen (1020). De Duitse keizer Hendrik II wilde de Byzantijnse machtsuitbreiding inperken, maar zijn pogingen strandden bij Troja (1022).
Terzelfder tijd begon in Transkaukasië, voor Basilius van betekenis daar aan die zijde de volksverhuizing der Seldsjoeken het Byzantijnse rijk bedreigde, koning Giorgi een opstand door de verdragen niet te erkennen, volgens welke zijn vader Bagarat gebieden aan het Byzantijnse rijk had afgestaan. De keizer verscheen met zijn leger aan de oevers van de Euphraat en vervolgde Giorgi tot Tiflis. Giorgi gaf zich ten slotte over. Basilius annexeerde Armenië en Georgië bij het Byzantijnse rijk!
68 Jaar oud stierf Basilius plotseling tijdens voorbereidingen voor een expeditie tegen de Siciliaanse zeerovers. PROF. DR S. ANTONIADIS
Lit.: G. Schlumberger, L’épopée byzantine k la fin du Xme siècle, II (Paris 1896-1900); Vogt, Basile I et la civilisation byzantine au IXme siècle (Paris 1908); Ch. Diehl, Figures byzantines, I (Paris 1906); A. A. Vasiliew, Hist. de Pempire byzant. (Paris 1932); Ostrogorsky, Gesch. des Byz. Staates (München 1940); Dvornik, Les Slaves, Byzance et Rome au IXme siècle (1926); Les légendes de Constantin en de Méthode vues de Byzance (r933)- In „Byzantion”, Brussel, art. van Grégoire over de legenden van Digenis Akritas.
Ch. Diehl, Les grands problèmes de 1’histoire byzantine (i943)ï L. Bréhier, Vie et mort de Byzance (Paris 1946); Zakythinos, De Slaven in Griekenland (in het Gr.), (Athene 1945)*