Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Balearen

betekenis & definitie

of Balearische eilanden heet een eilandengroep in de Westelijke Middellandse Zee ter hoogte van de Spaanse kust voor Valencia, en behorend aan Spanje. De eilandengroep vormt met de nabij gelegen Pityusen* de Spaanse provincie der Balearen (voorheen het koninkrijk Mallorca) met een oppervlakte van 5014 km2 en (1930) 407 497 inw.; de dichtheid van bevolking is dus 81,3 per km2.

De hoofdstad is Palma op Mallorca (1930: 114 405 inw.).De groep bestaat uit de beide grote eilanden Mallorca en Menorca en uit de kleinere Cabrera, Dragonera, Conejera en verscheiden onbewoonde kleinere eilandjes. Zij zijn meest bergachtig en in het N.W. van Mallorca tot 1570 m hoog. Het klimaat is er zacht; ’s zomers valt er weinig regen. De voornaamste producten zijn olijfolie, sinaasappelen, citroenen, amandelen en wijn. Verdere middelen van bestaan zijn de veehouderij, vooral van varkens en muildieren, handel en visserij. De scheepvaart wordt er begunstigd door talrijke baaien en havens -— vooral op Menorca.

Speciaal des winters en in het vroege voorjaar vormen de Balearen een geliefd reisdoel. Zij worden dan ook in toenemende mate voor het toerisme ontsloten.

Deze eilanden droegen reeds in de dagen der Oudheid de naam van Balearides of Gymnesiae — dus van Slinger- of Worsteleilanden —, omdat de inwoners in die krijgsoefeningen zeer bedreven waren. Men verstond daaronder de eilanden Mallorca (Balearis major) en Menorca (Balearis minor). Zij waren eerst in het bezit van de Phoeniciërs en later van de Carthagers. Om de zeeroverij tegen te gaan werden de eilanden in 123 v. Chr. door de Romeinen bezet en consul Q,. Caecilius Metellus zond er 3000 Romeinse volksplanters heen, die de steden Palma en Polentia (nu Pollensa) op Mallorca stichtten.

In 425 werden de eilanden door de Vandalen onder Genserik veroverd. In 560 behoorden zij tot het Oostromeinse keizerrijk en vervolgens aan de republiek Pisa. In 798 vielen zij in handen der Moren, welke er na 1220 een eigen koning hadden, die in 1229 door Jakob I van Aragon werd verjaagd. Deze verhief de Balearen tot een afzonderlijk koninkrijk — dat van Mallorca — voor zijn zoon Jakob, die door Sancho en Jakob II werd opgevolgd. In 1344 maakte Peter IV van Aragon zich er meester van en verjoeg Jakob, waarna de Balearen deel uitmaakten van het koninkrijk Aragon en met dit laatste aan Castilië vervielen. Menorca bevond zich van 1713-1783 in Britse handen, maar werd in laatstgenoemd jaar bij de vrede van Versailles aan Spanje afgestaan.

Lit.: Störmann, Studnn zur Gesch. des Kgr. Mallorca (1918); D. Bürger, Spaniens Rivieraund die B. (2ig24); F. C. Chamberlin, The Balearics and their Peoples (New York 1927); P. Lavedan, Palma de Maiorque et les lies Baléares (Paris 1936).

Kunsthistorisch

Een eigenaardige plaats nemen onder de talrijke voorhistorische monumenten de Talayóts in: ronde bouwwerken uit los opgestapelde reuzenstenen; ze hebben de vorm van afgeknotte kegels, met een basis van ongeveer 20 m middellijn en kunnen tot 15 m hoog zijn; een lage deuropening geeft toegang tot een binnenruimte. Volgens sommigen zijn het grafmonumenten, volgens anderen woningen van stamhoofden e.d. Vroeger meende men, dat ze van de zgn. Kelt-Iberiërs afkomstig waren, tegenwoordig beschouwt men ze veeleer als voortbrengselen van volkeren, die reeds vóór de Kelten de eilanden bewoonden. De meeste Talayóts bevinden zich op

De kathedraal van Palma (Mallorca) uit goudbruin zandsteen opgetrokken Mallorca (bij Arta, Lluchmayor, Inca, Campos) en Menorca (meer dan 200). Minder veelvuldig zijn de Nauetas (scheepjes), in de vorm van een onderstboven gekeerde scheepskiel uit beter behakte stenen opgetrokken en de Taulas, grote tafelvormige constructies, rustend op één loodrecht in de bodem geplante monoliet (offertafels?). Van de overheersing der Carthagers spreken nog talrijke beeldjes en ceramische voorwerpen, o.a. in het Museo Diocesano van Palma en het Archeologisch Museum en de zgn. Necropolis van Ibiza. Van de Romeinen zijn grote werken nauwelijks overgebleven; veel werd door de Vandalen (425) vernietigd. Ook van de Byzantijnse bezetting en de overheersing der Goten resten slechts weinig sporen van kunsthistorische waarde.

Uit de Moorse tijd dateren omwallingen, forten, fraaie poorten, open loggia’s, badhuizen naar Arabische trant en paleisresten; het meest typisch Moorse merk dragen de populaire bouw- en sierkunstproducten op Ibiza (o.a. boerenbehuizingen te Santa Eulalia). Het Aragonese koninkrijk blijft nog voortbestaan in het door Jaime II op het einde der 13de eeuw gebouwde slot Bellver. Na de inlijving bij het vastelandse Aragon (1344) ontwikkelt zich op de eilanden de fraaiste bouwkunst in de laat-Gothische kerkelijke architectuur, het missionarissencollege van Ramón Lull bij Miramar (waarvan nog resten), de Lonja te Palma enz. Veel officiële gebouwen zijn in Renaissancestijl opgetrokken, doch zonder speciaal locaal karakter. Vermelding verdienen nog de Atalayas, wachttorens, langs de hele kust van Mallorca, waarschijnlijk reeds in de vroege middeleeuwen opgericht.

< >