(Avenpace, Aben Pace) is een uit Latijnse bron ontstane verbastering van Abu Bakr Muhammad ibn Yahya (met zijn bijnaam: Ibn Bajja of Ibn Sa’igh d.i. zoon van een goudsmid), die de eerste op de voorgrond tredende Aristotelische filosoof in het Islamietische Spanje is geweest. Van zijn leven is weinig bekend.
Tegen het einde van de 11de eeuw zou hij in Saragossa geboren zijn. Hij legde zich toe op de studie der exacte wetenschappen, wijdde zich voorts aan dichtkunst en muziek, doch zijn grote voorliefde ging uit naar de wijsbegeerte, waarbij hij in godsdienstig opzicht een sceptisch standpunt innam.Als atheïst, zo beweert men, kon hij zich niet verenigen met de Koran of, euphemistisch gezegd, had hij daarvan een ruime opvatting en beschouwde hij de dood als het einde van het bestaan.
Ondanks deze anti-godsdienstige houding bekleedde hij een belangrijke functie bij den Emir van Murcia. Later ging hij naar Valencia, vervolgens naar Saragossa; toen deze stad in 1118 door koning Alfonsus I op de Moren werd heroverd, vestigde hij zich te Sevilla. Van daar verhuisde hij naar Xativa. Hier schijnt hij zich, om zijn leven te redden, opnieuw tot de Islam te hebben bekeerd. Ten slotte trok hij zich terug aan het Hof der Almoravieden te Fez in Marokko, waar hij in 1138 door vergiftiging zou zijn gestorven.
Ibn Usaibi’a gaf een lijst met 25 geschriften van zijn hand, waarvan slechts enkele Hebreeuwse en Latijnse citaten benevens een uittreksel van zijn „Gids van den Eenzame” voor het nageslacht bewaard zijn gebleven. Niet zonder belang is, dat hij een besliste invloed uitoefende op den meest bekenden Arabischen wijsgeer der middeleeuwen, Averroës.
H. J. J. WACHTERS
Lit.: T. J. de Boer, The History of Philosophy in Islam (1903). Een opsomming van de bewaard gebleven fragmenten geeft C. Brockelmann in zijn „Geschichte der Arabischen Literatur” (2 dln 1898-1902) I 460.