Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

AUDRAN

betekenis & definitie

uitgebreide Franse familie van graveurs, waarvan de stamvader is Claude (Parijs 1597 - Lyon 18 Nov. 1677). De eerste graveur van het geslacht is zijn oudere broeder Charles (Parijs 1594- 1674), die in Rome zijn opleiding heeft gehad en die een groot aantal gravures heeft nagelaten met religieuze onderwerpen, portretten en geslachtswapens (349 nummers).

Claude I, graveur, leerling van Charles, is naar Lyon verhuisd, waar zijn 3 zoons, allen graveurs, zijn geboren. Ook deze 3 zoons zijn leerling van Charles geweest.

Claude II, zoon van Claude (Lyon 27 Mrt 1639 - Parijs 4 Jan. 1684), graveur èn schilder; sloot zich als schilder aan bij Noël Coypel en beschilderde verschillende vertrekken van het paleis van Versailles, het Louvre en de Tuilerieën. In 1669 werd hij hofschilder en schilderde toen grote stukken uit de Romeinse geschiedenis en allegorische onderwerpen voor het paleis van Versailles. Voor Notre-Dame de Paris heeft hij nog een Onthoofding van Johannes den Doper geschilderd, die buitengewoon werd bewonderd, in 1675 nog een H. Avondmaal, in het paleis van den bisschop van Straatsburg in Saverne grote fresco’s in het trappenhuis, en nog enige werken in het klooster van de Chartreux.

Germain, zoon van Claude I (Lyon 6 Dec. 1631 - 4 Mei 1710), graveur.

Gérard,, de jongste zoon van Claude I (Lyon 2 Aug. 1640 - Parijs 26 Juli 1703), de begaafdste van de familie, etser en graveur; één der grootste graveurs, die gravures naar bekende schilderijen hebben gemaakt. In 1666 is hij naar Rome vertrokken, waar hij leerling van Carlo Maratta is geworden. Wat hij in Rome en later heeft gemaakt, vertoont veelal de techniek van gravure en ets. De grote ingewikkelde taferelen trokken hem bijzonder aan. Ca 1670 is hij naar Parijs gegaan, waar hij in datzelfde jaar zijn beroemde gravuren-reeks heeft gemaakt: Les batailles d’Alexandre, een opdracht van den schilder Le Brun, naar wiens vier schilderijen deze gravures zijn gestoken. Het behoort tot het mooiste, dat ooit in gravure is gemaakt.

Door de combinatie van gravure en ets heeft hij een picturaal effect weten te bereiken, dat de geest van de schilderijen zuiver vertolkt. Hierna is nog een aantal gravures gevolgd naar schilderingen in kerkkoepels en op paleisgewelven. Een van zijn laatste werken is de beroemde gravure naar Coypel’s Bacchus en Ariadne. Hij is hofgraveur geworden en heeft nog een werk geschreven over Les proportions du corps humain mesurées sur les plus belles figures de l’antiquité.

Claude III (Lyon 25 Aug. 1658 - Parijs 28 Mei 1734), zoon van Germain, schilder, vooral van grotesken in de koninklijke paleizen en ook in de grote huizen van particulieren in Parijs, heeft de decoratieschilderkunst op een hoog peil gebracht en zelfs Watteau is bij hem in de leer geweest. Hij ontwierp een grote reeks gobelins voor koninklijke paleizen en bewees daarmee, dat hij inderdaad een groot kunstenaar van de 18de eeuw is geweest. Zij zijn 200 maal gecopieerd en herhaald. Op Watteau heeft hij grote invloed gehad.

Benoit (Lyon 23 Nov. 1661 - landgoed L’Ouzouer bij Sens 2 Oct. 1721), opgevoed door zijn oom Gérard, verwierf de titel „Graveur du Roi”. Zijn werk omvat 266 nummers en is zeer veelzijdig wat de behandelde onderwerpen betreft. Hij graveerde fraaie vignetten voor Les amours pastorales de Daphnis et Chloë (1718). Toch mist hij als graveur de grootheid van Gérard. Zijn werk is vermeld in Le Blanc, Thieme-Becker, Meyer e.a.

Jean (Lyon 28 Apr. 1667 - Parijs 17 juni 1756), graveur, zoon van Germain, die zijn vader eer aan deed, is ook hofgraveur geworden (1707). Zijn belangrijkste gravures zijn naar Coypel, Poussin en Mignard.

Jean Joseph (gest. 20 Juni 1795) en Michel (19 Febr. 1701-1771), zoon en vader; kleinzoon en zoon van Jean, zijn bekende tapijtwevers geweest in Parijs, aan het hoofd van de Manufacture des Gobelins.

Lit.: E. Michel, Les Audran. (Orléans 1884); G. Duplessis, Les Audran (Paris 1892).

< >