is de naam van het paleis, dat door Philibert de l’Orme, in opdracht van Catherine de Médicis, tussen 1564-1570 gebouwd werd als buitenverblijf, onmiddellijk buiten de toenmalige ommuring van Parijs gelegen. Het gedeelte dat tot stand kwam was veel kleiner dan zijn oorspronkelijke plan (zie ill.
Parijs II en III). Na de dood van de l’Orme bouwde Bullant verder, maar in 1572 werd de bouw stopgezet. Henri IV liet het paleis verder bouwen door Jacques II Androuet Ducerceau, die het met het Louvre verbond door de Lange Galerij (1608). Het paleis is bij tussenpozen bewoond geweest door de Franse koningen of hun familie. Lodewijk XVI betrok de Tuilerieën tijdens de revolutie nadat hij Versailles had moeten verlaten. Hij werd er als koning afgezet in 1792. Napoleon I en III hebben de Tuilerieën jarenlang bewoond. Tijdens de Commune in 1871 is het paleis verbrand. In 1884 heeft men de bouwvallen opgeruimd op enkele zeer kleine resten na, waarvan er één in de tegenwoordige Jardin des Tuileries te zien is.Lit.: L. Hautecoeur, L’histoire des châteaux du Louvre et des Tuileries (Paris 1927); Y. Christ, Le Louvre et les Tuileries (Paris 1949).