(1) is een graafschap in de Noordierse provincie Ulster aan het Lough Neagh. De bevolking is sterk verminderd, want in 1891 bedroeg deze nog 143 056 en in 1841 zelfs 232 293 zielen.
In 1931 had het op 1266 km2 110 000 inw. (voor de helft R.K.). In het zuidelijk gedeelte is de grootste hoogte 377 m. Het midden wordt ingenomen door een golvend terrein en het noordelijk gedeelte is vlak. De laatstgenoemde twee delen zijn vruchtbaar en dichtbevolkt. Voor de afwatering dienen de Baun, het Blackwater, de Callan en de Newry. Behalve aan enige grootgrondbezitters, behoort het grootste gedeelte van de bodem aan de Kerk en andere lichamen, die hem aan pachters verhuren, die op hun beurt de landen in kleinere gedeelten verpachten.
De industrie bestaat vooral uit vlasspinnerij en linnenweverij. De voornaamste plaatsen zijn de hoofdstad Armagh, verder Lurgan. Portadown, Tanderagee en Newry.Lit.: G. Fletcher, Ireland (Cambridge 1922); Idem, Ulster (Cambridge 1921).
(2) (uit Iers Árd Macha, de hoogte van Macha), de hoofdstad van het gelijknamige graafschap en religieus middelpunt van Ierland, volgens de overlevering gesticht door St Patricius, in 457, ligt 53 km ten Z.W. van Belfast en is met deze stad en Dublin door spoorwegen verbonden. Zij is grotendeels op de helling van een heuvel gebouwd, de zetel van een R.K. en Anglikaansen aartsbisschop, heeft ongeveer 8000 inw.
Van de 5de tot de 9de eeuw was Armagh het middelpunt van de Westerse geleerdheid. Er ontstond al vroeg een beroemde school, die in de 7de eeuw door talrijke vreemdelingen bezocht werd en waarvan een voortbrengsel bewaard is: het Boek van Armagh, een prachtig handschrift (N. Testament en notities over Patricius, Lat. en Oudiers), geschreven in 807, thans in Trinity College, Dublin. In de 9de eeuw werd het door de Vikingen verwoest en geraakte toen in verval, tot de aartsbisschop, Dr. Richard Robinson, baron Rokeby (1765-1794) alle moeite deed om haar weder op te heffen. Hij voltooide de door den aartsbisschop Margetson in 1575 begonnen herbouw der kathedraal en bouwde bij de stad een aartsbisschoppelijk paleis.
Lit.: John Gwynn, The Book of Armagh (Dublin 1913).