(1) voormalig Roemeens departement langs de Maros en de Köros, groot 6005 km2, met 424 000 inw. (z Roemenië).
(2), de hoofdstad (ook Oud-Arad) van het gelijknamig departement, ligt op de rechteroever van de Maros en is een belangrijk spoorwegkruispunt. Zij heeft (1939) 75 700 inw., is de zetel van een Hongaars-Lutheraansen bisschop en tevens het middelpunt van handel in spiritus, graan, wijn, tabak, vee, leder en hout. Zij werd als vesting in de 17de eeuw bij herhaling door de Turken ingenomen en eindelijk verwoest. De nieuwe citadel, gebouwd in 1763, klein van omvang, maar sterk, had in de omwentelingsoorlog van 1849 een grote betekenis. Zij werd op 1 Juli, na een dappere verdediging door den Oostenrijksen generaal Berger, door de Hongaarse opstandelingen ingenomen. In het begin van Aug. namen de leden van de Hongaarse rijksdag de vlucht van Szegedin naar Arad.
Van hier werd de 11de Aug. 1849 door Kossuth de proclamatie uitgevaardigd, waarin hij de hachelijke staat van de zaak der omwenteling bekend maakte. Terstond na de capitulatie van Vilagos (13 Aug.) gaf Arad, op last van Görgei, zich over aan de Russen. Op bevel van den Oostenrijksen generaal Haynau werden hier de 6de Oct. 1849 dertien Hongaarse generaals ter dood gebracht. Tegenwoordig is de vesting een wapen-depot.
Tegenover Oud-Arad, aan de andere zijde van de Maros, ligt Nieuw-Arad, met 7000 inw. Het dankt zijn oorsprong aan de Turken, die hier versterkingen aanlegden, om Oud-Arad te bestoken.