is de heilige stier van Memphis, die als openbaringsmiddelaar, „herhaler” van Ptah gold. Reeds in de oudste tijd horen wij van een feest van Apis en van zijn priesters, doch zijn grote populariteit dateert uit de late tijd.
Als alle heilige dieren was hij in Grieks-Romeinse tijd een bezienswaardigheid, die ieder antiek toerist wilde zien. Uit deze tijd dateren ook de gegevens over zijn kentekenen, feesten enz. Zo moest hij zwart zijn met een witte, driehoekige vlek op het voorhoofd en het beeld van een adelaar op de rug; onder de tong moest een knobbel zitten in de vorm van een kever (scarabaeus) en dergelijke merken meer. Na de dood van de oude Apis werd een nieuwe gezocht; werd deze gevonden, dan vierde men deze gebeurtenis feestelijk. Onder allerlei ceremoniën werd hij naar Memphis gebracht en daar geïnstalleerd. Hij sliep daar op kostbare tapijten, had een harem van koeien, enz.Zijn wijsheid uitte zich in orakels, terwijl ook jongelingen bij zijn feestelijke processies in extase geraakten en begonnen te profeteren. Men vertelt ook, dat hij na 25 jaar gedood of verdronken werd. Het is moeilijk na te gaan, wat in al deze verhalen waarheid, wat verzinsel is der gidsen, die de vreemdelingen rondleidden. De dode Apis werd gebalsemd en met grote pronk begraven. Eén der eerste ontdekkingen van Mariette (in 1851) was het Serapeum, de begraafplaats der Apis-stieren, in Saqqāra (bij Memphis). De lange gangen en reusachtige granieten sarcofagen zijn nog een der drukst bezochte monumenten aldaar. De meeste zijn ongeveer 4x2x3m.
Bij de ingang waren vroeger grafstenen opgesteld, die allerlei bijzonderheden over zijn levensloop, zijn geboorte- en sterfdag enz. vermeldden.
Zoals in later tijd iedere dode Osiris wordt en dan Osiris N. N. heet, noemt men ook de dode Apis Osiris-Apis; deze is dan als Serapis in de Grieks-Romeinse wereld wijd en zijd bekend geworden.
PROF. DR A. DE BUCK
Lit.: Mariette-Maspéro, Le Sérapeum de Memphis (Paris 1882); A. Erman, Die Religion der Ägypter (Berlin u. Leipzig 1934); Th. Hopfner, Der Tierkult der alten Ägypter nach den griech.-röm. Berichten und den wichtigeren Denkmälern (Wien 1914); Budge, Gods of the Egyptians, II, 350 (London 1904).