(Arabisch; voor de betekenis z haram), is het voor vreemdelingen verboden deel van een Mohammedaanse woning, waar de vrouwen verblijf houden. De traditionele plaats van de harem is in het achterste gedeelte der woning, waaraan een tuin met hoge muur verbonden is.
Vroeger gebruikten vorsten en aanzienlijken als haremwachters eunuchen, maar deze gewoonte is zo goed als verdwenen. Echte harems of vrouwenverblijven vindt men overigens nog slechts in de minder ver ontwikkelde Mohammedaanse landen.Lit.: N. M. Penzer, The Harem (London 1936).