een geleerde en dichter (± 750-814), werd samen met Karel den Grote opgevoed en verbleef meestal in diens omgeving. Hij zag zich meermalen door den vorst afgevaardigd naar den paus, werd in 790 tot abt van Centula (St.
Riquier) benoemd, maar verkeerde meest aan het Hof, waar hij de minnaar was van Bertha, dochter van Karel den Grote, die hem twee zonen schonk, Harnid en den bekenden geschiedschrijver Nithard. Wellicht heeft deze betrekking aanleiding gegeven tot de sage van Eginhard en Emma. Angilbert werd door Karel den Grote aangewezen als zijn executeur-testamentair, doch stierf enige weken vóór den keizer. In de kring der dichters van Karel den Grote, de „schola palatina” genaamd, droeg hij de naam Homerus. Onder zijn Latijnse gedichten bevindt zich het fragment van een epos over Karel den Grote, waarin een ontmoeting van Karel met paus Leo III geschilderd wordt. PROF. DR J. DHONDT
Bibl.: Mon. Germ. Hist., SS II, XV, P. Car. I.
Lit.: H. Frederichs, Die Gelehrten um Karl des Grossen in ihren Schriften, Briefen und Gedichten (Berlin 1931).