1) (Berhta, Perhta), uit ohd. giperahta (scil. naht), een vertaling van rd <pâaa (taphöta, Gr. : Epiphanie, eig. Lichtdag), benaming voor een vrouwelijk mythisch wezen van verschillende en veranderlijke gedaante, overeenkomend en ten dele samengesmolten met andere wezens van verwante aard, als Vrouw Holle of Holda, Gefjon, Alagabia, Abundantia, Satia, Befana, enz.
Ze wordt het eerst vermeld door Wal. Strabo (gest. 849). Als aardgeest speelt ze een rol in doden- en vegetatiecultus. Als leidster van de Perhten, een demonenschaar, identiek met het Wilde Heer, als zieleleidster dus en als feeën- en dwergenkoningin, staat ze in betrekking tot het dodenrijk. Als vegetatiedemon houdt ze haar ommegang met wagen en ploeg, verlangt ze offermaaltijden van vegetatief-symbolische gerechten en wordt ze voorgesteld als spinster (het ronddraaien van het wiel bevordert de levensvernieuwing). In de middeleeuwse literatuur heet ze Berhte mit dem Fuoge, Berthe au grand pied, — as grans pies, Baerte metten breden voeten of Berchten mit der langen Nase (zo in een gedicht van 1393).
De grote of brede voeten en de lange neus wijzen op een oorspronkelijke theriomorphe gestalte en wel die van de gans of de zwaan, beide zielevogelsen vruchtbaarheidsdemonen (zie de houtsnede in Hans Vintler’s Blumen der Tugend van i486 en v.g. de reine Pédauque, regina pede aucae, op verschillende oude kerken (Dijon, Nevers, Toulouse). Als aardgeest wordt ze voorgesteld met ijzeren handschoen, borst of neus of met een geheel ijzeren lichaam.Bertha werd gehistoriseerd in Bertha (of Berthrada), bijgenaamd ,,met de grote voet”, gest. te Choisy, 2 Juli 783, dochter van de graaf van Laon, Charibert, echtgenote van Pepijn de Korte en moeder van Karei de Grote. De rol, die ze speelt in de middeleeuwse epiek (o.a. in Floris ende Blanchefloer), moet voor een belangrijk deel verklaard worden uit de tendens tot demonisering der helden, inz. van Karei de Grote, die trouwens in de sagen nog verschillende andere demonische trekken vertoont.
DR J. J. MAK
2) dochter van Karei de Grote (ca 776-826), was de geliefde van de dichter Angilbert en moeder van de geschiedschrijver Nithard.