plaatsvervangend landvoogd van de Nederlanden (Brezenitz, in Bohemen 16 Mei 1558 - Rome 12 Nov. 1600). Deze zoon van aartshertog Ferdinand van Tirol werd kardinaal in 1576, bisschop van Constanz in 1589 en van Brixen (nu: Bressanone) in 1591.
Toen aartshertog Albertus van Oostenrijk, landvoogd der Nederlanden, naar Spanje vertrok, om er de infante Isabella Clara Eugenia te huwen, stelde hij Andreas aan tot zijn plaatsvervanger, die als zodanig van 14 Sept. 1598-Sept. 1599 de Zuidelijke Nederlanden bestuurde. Onder zijn bewind werd door Mendoza in Westfalen en aan de Waal gestreden tegen Duitse vorsten en de Nederlanden. Aan die tijd herinnert het fort St Andries bij Tiel, dat naar den patroon van den kardinaal genoemd werd. De Noordelijke Nederlanden trachtte hij te benadelen door verbod van handel met hen (plakkaat van 9 Febr. 1599) en door de visserij tegen te werken (plakkaat van 24 Dec. 1598). Bij de terugkeer van Albertus (1599) begaf hij zich naar zijn bisdom Constanz en vervolgens naar Italië, waar hij in 1600 overleed.