Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Albertus

betekenis & definitie

of Albrecht, aartshertog van Oostenrijk (Neustadt 15 Nov. 1559 - Brussel 13 Juli 1621) en de zesde zoon van keizer Maximiliaan II, werd opgevoed aan het hof van Philips II van Spanje, geheel Spaans en in het strengste Katholicisme; speciaal de Jezuïeten kregen op hem een grote invloed. Zijn zwakke gezondheid en zijn overtuiging brachten hem tot de geestelijke stand.

In 1577 werd hij kardinaal. Van 1581-1595 was hij onderkoning van Portugal (z Portugal, geschiedenis); daarna werd hij door Philips benoemd tot aartsbisschop van Toledo en inquisiteur-generaal. Nog in hetzelfde jaar verzocht de koning hem zijn broer Ernst als landvoogd over de Nederlanden op te volgen. Hij kwam 11 Febr. 1596 te Brussel aan, in gezelschap van Philips Willem van Oranje en met een leger van 3000 man en heel wat geld. Hij begon dan ook de oorlog met Frankrijk en de Noord. Nederlanden met enig succes, maar was al gauw financieel uitgeput en bewerkte mede hierom de vrede (te Vervins) tussen Hendrik IV en Philips II (z Tachtigjarige Oorlog).Reeds was toen door den koning besloten de Nederlanden aan zijn dochter Isabella te vermaken, die met Albertus in het huwelijk zou treden (z Nederlanden, geschiedenis). Albertus deelde dit dadelijk na de dood van Philips aan de Staten mee en reisde naar Spanje.

Hij werd krachtens pauselijke dispensatie geseculariseerd, zijn huwelijk werd te Ferrara gesloten en te Valencia ingezegend (18 Apr. 1599), tezamen kwamen de „Aartshertogen” 20 Aug. in de Nederlanden aan. Onderhandelingen over vrede met de Noord. Nederlanden liepen op niets uit. Met grote inspanning werd de aanval van Maurits op Vlaanderen afgewend, vervolgens Oostende veroverd en enig succes in de Achterhoek behaald. Nieuwe vredesonderhandelingen leidden tot het Twaalfjarig Bestand. Daarna mengde hij zich nog in de Gulik-Kleefse kwestie en toen de Dertigjarige Oorlog uitbrak, spoorde Albertus zijn zwager krachtig aan, de zijde van den Keizer daadwerkelijk te kiezen; zelf zond hij troepen naar de Rijnstreken. Intussen probeerde hij het Bestand met de Republiek te verlengen en in een vrede te veranderen; tevergeefs. Kort na het hervatten van de vijandelijkheden overleed hij.

Veel heeft hij met Isabella gedaan om de welvaart in de zuidelijke Nederlanden te doen herleven en ijverig en mild ondersteunde hij kunst en wetenschap; een weelderige hofhouding omringde hem te Brussel. Hij was echter steeds de vertegenwoordiger der Spaans-Katholieke monarchie en Philips III beschouwde ook de zuidelijke Nederlanden nog steeds als een deel van zijn rijk, zodat Spanjaarden en Italianen (Spinola; een voorname plaats in het bestuur innamen, al was Albertus wel bereid de privileges te ontzien en de inheemse bestuursinstellingen te respecteren. Vóór alles was hij een man van de R. Kath. kerk; alles werd gedaan om deze te herstellen in haar bloei en alleenheerschappij. Het Protestantisme werd bestreden, veel kerken gebouwd, aan de Jezuïeten een ruime plaats ingeruimd en de R. Kath. missie in de Noord. Nederlanden en Engeland krachtig gesteund. Nauwkeurig kwam Albertus zijn kerkelijke plichten na en het hof had, bij alle weelde, een kloosterlijk karakter. „Men zoekt tevergeefs elders vorsten, die zich zuiverder op de geest der Contra-reformatie hebben ingesteld en van wie het gedrag zo geheel door religieuze opvattingen werd beheerst. Zij hebben de zaak van het geloof zonder enige bijgedachte van eerzucht of eigen belang omhelsd” (Pirenne). Daaraan werd ook het nationale belang van de Spaanse Nederlanden opgeofferd.

Zwak van gezondheid, voelde Albertus zich meer aangetrokken tot kerkelijke en politieke zaken, maar hij was niet van militair talent ontbloot en nam ook wel aan de krijgsbedrijven actief deel (bij Nieuwpoort werd hij licht gewond).

Lit.: Ch. Potvin, Albert et Isabelle (Bruxelles 1861); E. Descailles, La légende des bons Souverains, les Archiducs (Bruxelles 1910).

< >