oud stadje aan de linker Rijnoever, op het punt waar de Rijn het ruime Neuwieder bekken verlaat, aan de spoorlijn Keulen-Koblenz en de lokaalspoorweg naar Mayen. Andernach (Antunnacum), de hoofdstad van het oude, in de sagen bekende Mayenfeld, is het Romeinse Castellum ante Nacum, door Drusus in 12 v.
Chr. gesticht en in de 3de eeuw na Chr. belangrijk versterkt. In 1109 werd Andernach tot stad verheven, in 1167 kwam het aan het keurvorstendom Keulen en in 1253 trad het tot het Rijnstedenverbond toe. Het was het meest zuidelijk gelegen lid van de Hanze. In 1794 kwam Andernach aan Frankrijk, in 1815 echter, met de linker Rijnoever, aan Pruisen. Op 8 Mrt 1945 werd hier de verbinding tot stand gebracht tussen het 1ste Amerikaanse leger onder generaal Hodges, die van Keulen uit naar het Zuiden was opgerukt, en het 3de Amerikaanse leger onder generaal Patton, die het Duitse front in de Eifel, noordelijk van de Moezel, had doorbroken en naar het Oosten oprukte. Daardoor werden alle Duitse afdelingen aan het Eifelfront afgesneden. De Amerikanen maakten hier 120 000 krijgsgevangenen.Andernach is nog ten dele met muren omgeven. Tal van merkwaardige bouwwerken treft men er aan, waaronder de R.K. kerk van St Genoveva, uit de 12de en 13de eeuw, met vier torens, waarvan één waarschijnlijk reeds werd begonnen in de tijd van de Karolingers; verder de ruïne van de vroegere burcht der aartsbisschoppen van Keulen, in 1109 gebouwd door Frederik I; de Rijnpoort, waarschijnlijk uit de tijd der Merovingers, een laat-gothisch raadhuis e.a. De omgeving is rijk aan Romeinse oudheden.
De plaats telde vóór de oorlog ong. 12 500 inw. Aan industriële bedrijven vond men er o.a. bierbrouwerijen. Scheepvaart, handel in molenstenen, tras, puimsteen en drijfsteen zijn er verder middelen van bestaan.
