is de naam van een verplaatsbare geneeskundige inrichting te velde. Ambulances dateren uit de 15de eeuw (Isabella de Katholieke); onder Richelieu, in 1630, werden zij stelselmatig ingericht; gaandeweg werd de behandeling van eigen gewonden, later ook die van den vijand, verbeterd.
Een grote verbetering kwam door de Conventie van Genève; deze beoogt o.a. bescherming van personeel en materieel, daartoe voorzien van de Rode-Kruisvlag (z Rode Kruis). In dit verband zij herinnerd aan het nuttige werk van Nederlandse Rode-Kruis-ambulances o.a.: 1914 ambulance ter bestrijding van de pest in Ned. Oost-Indië; 1915-1918 ambulances naar Gleiwitz, Olmütz, Wenen, Boedapest, Pré-Catelan (nabij Parijs) ; voorts 1935 naar Abessinië en ten slotte 1940 naar Finland.Kortheidshalve wordt onder ambulance ook verstaan de ambulancewagen. Deze wagens waren voorheen bij het Ned. leger ingericht voor het vervoer van tien zittende of twee liggende en vier zittende patiënten. Meer en meer wordt echter gebruik gemaakt van ziekenauto’s en vliegtuigen; deze laatste bij voorkeur voor vervoer over lange trajecten, maar ook daar, waar vervoer op andere wijze te veel vertraging zou geven. Zo is het enige malen gebeurd, dat een patiënt voor spoedbehandeling van een der Zuid-Hollandse of Zeeuwse eilanden per vliegtuig naar een ziekenhuis werd vervoerd (z ziekentransport).
Lit.: Verslagen van het Ned. Roode Kruis.
AMBULANTISME
noemt men een stelsel van schoolorganisatie bij het Lager Onderwijs, waarbij het hoofd van de school geen eigen klasse heeft. Art. 27, vierde lid van de Lager-Onderwijswet 1920 maakte voor het openbaar onderwijs aan dit stelsel, dat veel bestrijding vond, een eind. Het wordt thans nog alleen aangetroffen bij de bijzondere scholen, in 1938 bij 200, d.i. bij 3 pct van deze scholen.