Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Amandel

betekenis & definitie

naam van de vrucht of de boom Prunus communis Streang (Amygdalus communis Linn), familie Rosaceeën. In cultuur sinds onheuglijke tijden; oorsprong mediterraan.

De plant is nauw verwant aan de perzik. Het handelsproduct is de steen of pit van een perzikachtige vrucht, waarvan het buitenste gedeelte echter niet vlezig is, maar hard. Men kan twee rassen onderscheiden; de bittere (var. amara) en de zoete (var. dulcis) amandel. De eerste bevat een grotere hoeveelheid amygdaiine, een glucosied, dat, gesplitst door het enzym emuhine, blauwzuur afgeeft. De bittere amandel wordt gebruikt voor de bereiding van essences (Zuid-Europa). Onder de zoete amandelen onderscheidt men de harde (hard-shell) en de zachte (soft-shell). De laatste soort vormt de eetbare soorten van de handel. De amandel met zeer dunne wand noemt men wel „Paper-shell”. De amandel is zeer gevoelig voor vorst, heeft kruisbestuiving nodig voor de vruchtzetting en verdraagt geen hoge waterstand. Deze drie factoren maken de amandelcultuur tot een economisch zeer wisselvallige onderneming.Onder de West-Amerikaanse variëteiten bloeien sommige reeds in Januari („commercial”), terwijl andere de bloei uitstellen tot begin April („Drake” en „Texas”). De oogst rijpt van half Aug. tot Oct. In droge streken kan de steenvrucht direct na het oogsten worden verzonden. Regen beïnvloedt de kleur van de schaal, zodat bleken met zwaveldamp noodzakelijk is.

Gepelde amandelen worden hoofdzakelijk door confiseurs gebruikt. Van belang is hier, dat de kern symmetrisch is en goed gevuld. Het voorkomen van tweeling-embryo’s (philippino’s) vermindert de waarde van het product.

Vermeerdering hoofdzakelijk door oculeren op éénjarige zaailingen van een resistente (vaak bittere) variëteit.

Lit.: L. J. Wickson in Bailey’s Cyclopedia of Horticulture, 3 dln (New-York 1928).

< >