Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Alexander van hales

betekenis & definitie

theoloog en filosoof (Hales, Gloucester, tussen 1170 en 1180— Parijs 21 Aug. 1245). Hij doceerde de theologie aan de universiteit van Parijs en ging in 1231 als magister in de theologie over tot de orde der Franciscanen,waardoor deze haar eerste leerstoel aan de universiteit verkreeg.

Hij was de eerste, die op basis van de Sententiae van Petrus Lombardus een summa theologica opstelde en als klasboek aanwendde. Door de rijkdom van inhoud, de geniale samenstelling, de diepte en verhevenheid van gedachte is zijn Summa miversae theologiae (eerste volledige uitg. Neurenberg, 1481—82; betere uitg. Venetië, 1575—76; jongste en uitstekende uitg. 3 dln. Quaracchi, 1924—30) er des te merkwaardiger om; door de nauwkeurigheid der begrippen en de afgerondheid van de vorm benadert zij de Summa van Thomas van Aquino (aldus M. Grabman, Geschichte der kath. Theologie, blz. 63 (Freiburg i.B., 1933). A. streeft er naar de grondstellingen van het Augustinisme (z Augustinus) te versmelten met de leerstukken van Aristoteles; hij is de eerste in de middeleeuwen, die met alle werken van Aristoteles en de commentaren van Avicenna bekend blijkt. Al de hem eigen stellingen werden door een reeks wijsgeren en theologen uit de Franciscaanse orde overgenomen; hij is dan ook de stichter van de Franciscaanse school.Bibl.: Summa Univ. Theologiae ed. Quaracchi I (1924); II 1928).

Lit.: H. Felder, Geschichte der wissenschaftlichen Studien im Franciskanerorden bis um die Mitte des 13. Jahrhunderts( 1904), blz. 177-211 (Freiburg 1904); M. de Wulf, Histoire de la Philosophie médiévale,t.II, 104-112 (6de uitg. Louvain 1936) ;E. Schlenker, Die Lehre von den göttlichen Namen in der Summa Alexanders von Haies (Freiburg i. Br. 1938); P. Amedeus a Zedelgem geeft bij de bespreking van deze monografie in Collectanea Franciscana (Roma 1941, t. XI, 511) aanduidingen,waar men de bibliografie over Alexander van Hales kan vinden; P. Minges, Über die dem A. v. H. zugeschriebene Summa de Virtutibus, Festgabe für G. Baeumker (Münster 1913); F. Picavet, Abélard et A. de Hales (1896); F. Pels te r, Forschungen zur Quaestionenliteratur in: Scholastik VI (1931) blz. 321 vlg.; Zum Problem der Summa des A. v. H. in Gregorianum XII (1931), blz. 426 vlg.; Die Quästionen des A. v. H. in Gregorianum XIV (1933), blz. 401 vlg.; A. Vacant, artikel A. de Hales in Dictionn. de Théologie Catholique; Überweg-Geyer, Gesch. d. Philosophie. S. 734 v.

< >