(Leonard), Engels essayist, romanschrijver en dichter (Godalming 26 Juli 1894), studeerde — na Eton — aan het Balliol College te Oxford, toen hij een ernstige oogziekte kreeg die hem een tijdlang volslagen blind maakte. Hij kwam na Wereldoorlog I als medewerker aan John Middleton Murry’s tijdschrift Athenaeum. In de volgende tien jaren werkte hij voor vele kranten en tijdschriften en maakte grote reizen, onder andere naar Italië, India en Nederlands Oost-Indië.
Begonnen als dichter — The burning wheel (1916) —, bekeerde hij zich spoedig tot het creatief en critisch proza. Limbo (1920), een verzameling korte verhalen, trok allerwege de aandacht. De verwachting, dat zich hiermee of met de eerste romans Crome yellow (1921), Antic Hay (1923) en Those banen leaves (1925) een romancier van zeer grote betekenis aandiende, werd echter door deze geniale denker en schrijver niet vervuld. Een eerste karakteristiek van zijn werk — de door zijn blindheid en intellectualistische superioriteit in de jeugdjaren gegroeide eenzelvigheid werkte hier beslissend dóór—is zijn preoccupatie met emotionele en sexuele frustratie, gepaard gaande met een sterk streven naar geestelijke „volledigheid” (Gumbril in Antic Hay). Van medebepalende invloed was in deze periode de oude Griekse beschaving. In het dienen van alle goden zag Huxley zijn eerste zelfrechtvaardiging. In de genoemde romans, zomede in de tijdens de twintiger jaren verschenen serie essay-bundels deed Huxley zich kennen als de alleenstaande commentator van een tussen twee wereldoorlogen losgeslagen, decadente intelligentsia, voor wie gebrek aan zekerheid en principes aftakelde tot een wanhoop, die zichzelf trachtte te redden door een zelden tot conclusies komende redeneerlust. Wat Huxley zelf betreft: ten halve door de Oosterse mystieken geïnspireerd, ten halve bevangen door de westerse wetenschappelijke vorderingen, gevoelde hij zich in deze tijd, toen hij de brillante woordvoerder van zijn generatie scheen te worden, eerder ten prooi aan een alles overziend cynisme dan aan een verkwikkende schoonheidservaring.
Het hoofdthema van het boek, waarin deze vrij ongerichte strevingen culmineerden, Point Counter Point, is dan ook: mislukking. Het is ook in Point Counter Point dat Huxley’s verlangen om alle mogelijke kanten der — bij hemzelf nimmer geactiveerde — menselijke emoties te tonen en om zijn eigen geestelijke nood volkomen uit te drukken, zij het met zelfcritiek (Philip Quarles), haar hoogtepunt vond. Tevens luidde hij met dit boek een vrijwel beslissende phase in voor het karakter van zijn latere geschriften: voortaan zou het essay zijn enige uitingsmogelijkheid zijn, al goot hij er een verhaal omheen om het een roman te doen schijnen. Zijn romans bevatten geen karakteriseringen meer, maar ideeën.De egocentrische wanhoop der twintiger jaren sloeg om in sociaal-gericht afgrijzen in de hierop volgende tijd. Wellicht geïnspireerd door Pavlov’s theorieën, door Bertrand Russell’s Scientific Outlook of door Ruslands Vijfjarenplan, schreef Huxley in 1932 Brave New World, als roman mislukt, maar als getuigenis van wat een denker zag in het jaar 632 na Ford zeer geslaagd. Van dit moment af onder invloed van Gerald Heard en Matthias Alexander, gaf hij in de roman Eyeless in Gaza (1936) blijk, bekeerd te zijn tot de erkenning, dat een herstel der primaire morele en psychologische waarden als basis moest prevaleren boven een genezing der symptomen. Na hernieuwde reizen vestigde hij zich enkele jaren voor het uitbreken van Wereldoorlog II in Californië. Volkomen gedesillusionneerd door het uitbreken van Wereldoorlog II werd Huxley bevangen door de verschrikking zelf, die alle zelfdiscipline zinloos scheen te maken. Gedreven echter door het geloof, dat individuele onthechting aan de menselijke impulsen, leidend tot de heiligheid van enkelingen, meer kan bijdragen tot maatschappelijke orde dan geweld, uitgeoefend op de massa, schreef hij om de verderfelijkheid van het tegendeel aan te tonen Grey Eminence (1941), de historische biografie van de Capucijn, Pater Joseph, eens een eenvoudig mystiek mens, later Richelieu’s medeplichtige en met hem de oorzaak van onnoemelijke ellende in Europa.
Tot in zijn meest recente werken, waaronder essays, blijft deze stemming vrijwel gehandhaafd. Time must have a stop (1944) wijst wederom op de invloed, die van enkele, voor God heilige, mensen op de komende gemeenschap kan uitgaan. Huxley stichtte met enkele anderen in Californië een kleine gemeenschap — waartoe ook o.a. Auden enige tijd behoorde — die deze gedachten in practijk tracht te brengen.
Ape and Essence (1948), ontstellend beeld van een door atoombommen verwoeste wereld, is een — literair teleurstellende — terugkeer naar de gedachtenwereld van Brave New World. Zeer vele malen scherp aangevallen, zelden op volle waarde geschat, blijft Huxley na zijn ruim veertig boeken ten slotte een scherp essayist, een knap stylist, een invloedrijk commentator op het bitter-tragische van deze tijd.
MICHEL VAN DER PLAS
Bibl.: Romans: Crome Yellow (1921); Antic Hay (1923); Those Barren Leaves (1925); After Many a Summer (1939). Korte verhalen: Limbo (1920); Mortal Coils (1922); Little Mexican (1924); Two or Three Graces (1926); Brief Candles (1930). Essays: On the Margin (1923); Along the Road (1925); Proper Studies (1927); Do What You Will (1929); Vulgarity in Literature (1930); Music at Night (1931); Texts and Pretexts (1932) ; The Olive Tree (1936); Ends and Means (1937); The Art of Seeing (1943) ; The Perennial Philosophy (1946). Reisbeschr.: Jesting Pilate (1926); Beyond the Mexique Bay (1934). Ged. en Drama: Verses and a Comedy (1934). Bloemlezing: World of A. H. an Omnibus of His Fiction and Non-Fiction (1947).
Lit.: P. H. Muir en B. Van Thai, Bibliographies of The First Ed. of Books by A. H. etc. (1927) ; R. B.
Lloyd, The Undisciplined Life, a Study of A. H.’s Recent Works (1931); P. Bloomfield, Imaginary Worlds (1932); Gerald Vann, On Being Human, St Thomas and A. H. (1933); H. W. Hâusermann, A.
H. (1933, Publ. Mod. Lang. Ass. of Am.) ; C. E. M.
Joad, Return to Philosophy (1934); A. Henderson, A. H. (London 1935); R. Hoops Englische Studiën (dl 72, 1937) I Duval, A. H. (New York 1939) ; C. E.
Engel, Profils anglais (Neuchâtel 1946); D. S. Savage, Mysticism and A. H. (1947); G. v. Eckeren, in: De Gids, 1947, dl IIj P. Jouquelet, A.
H. (Paris 1948); Suz. Heintz-Friedrich, A. H., diss. Zürich (1948); Idem, A. H., Entwicklung s. Metaphysik (Bem 1949).