Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Alberico GENTILI

betekenis & definitie

Italiaans jurist, een der grondvesters van het internationale recht, voorloper van Hugo de Groot (San Ginesio, prov. Ancona, 14 Jan. 1552 Oxford 19 Juni 1608), behaalde in 1572 de graad van doctor in de rechtswetenschappen aan de juridische faculteit te Perugia.

Kort daarna bekleedde hij een rechterlijk ambt in de stad Ascoli en sedert 1575 de functie van stadsadvocaat in zijn geboorteplaats. Toen hij de Protestantse godsdienst had aangenomen, werd hij met zijn vader, de geneesheer Matteo Gentili, die, geboren uit een aanzienlijk geslacht, eveneens Protestants geworden was, genoodzaakt zijn vaderland te verlaten. Met Scipio, een jongere zoon van Matteo (later beroemd als professor te Altdorf (1563—1616) opvolger van Donellus), weken zij uit naar Laibach, de hoofdstad van het aartshertogdom Garniola. Via Tübingen, waar Scipio achterbleef, trok Alberico verder naar Engeland, waar hij in Aug. 1580 aankwam en waar zijn vader zich bij hem voegde.

In Engeland verkreeg Gentili de bescherming van verschillende invloedrijke personen, o.a. van Robert Dudley, graaf van Leicester, toen kanselier van de universiteit van Oxford. Door diens introductie werd hem al spoedig toevertrouwd aldaar lessen in het Romeins recht te geven. Hierbij hield hij zich aan de Bartolistische methode. In 1584 raadpleegde de Engelse regering hem, als buitenlands rechtsgeleerde, in zake de gevangenneming van de Spaanse ambassadeur Don Bernardino de Mendoza, die een samenzwering tegen koningin Elizabeth had gesmeed.

De daardoor bij hem gewekte belangstelling voor het gezantenrecht deed hem zijn in 1585 te Londen uitgegeven werk in drie delen De Legationibus schrijven. In 1586 vertrok Gentili uit Engeland in het gevolg van zijn landgenoot Horatius Pallavicinus, die als ambassadeur naar de keurvorst van Saksen werd gezonden. In het midden van het volgende jaar riep koningin Elizabeth Gentili echter naar Engeland terug om hem tot professor in het burgerlijk recht te Oxford te benoemen. Dit ambt heeft Gentili tot zijn dood in 1608 met veel succes bekleed.

Gedurende zijn professoraat schreef hij naast verschillende werken op het gebied van het burgerlijk recht en van de theologie o.a. zijn beroemd boek over het recht van de oorlog, dat onder de titel De Iure Belli Libri tres in 1598 te Hannover uitkwam.Sinds ca 1600 heeft Gentili, naast zijn werkzaamheden als professor te Oxford, de rechtskundige praktijk te Londen uitgeoefend. Toch ging hij voort met zijn wetenschappelijk werk. Een uitgebreid werk over het huwelijksrecht De Nuptiis Libri VII verscheen in 1601 te Hannover. Andere geschriften volgden (o.a. De abusu mendacii, 1599).

Een bijzondere erkenning van zijn bekwaamheid kan men zien in het feit, dat hij, de vurige Protestant, in 1605 met toestemming van koning Jacobus I, door de Spaanse gezant werd aangesteld als advocaat van het gezantschap met opdracht de belangen van de Spaanse onderdanen in Engeland te verdedigen, in het bijzonder voor het Engelse Admiralty Court. Zijn als zodanig gehouden pleidooien zijn na zijn dood gepubliceerd onder de titel Hispanicae Aavocationis Libri Duo (Hannover 1613).

Gentili’s werk heeft in de beginperiode van de ontwikkeling van het volkenrecht grote invloed daarop uitgeoefend. Geen theoloog zijnde, maar jurist, staat hij vrijer dan zijn voorgangers als Covarruvias, Suarez, Vitoria, Molina, Soto en Ayala tegenover theologische discussies en citeert hij het canoniek recht slechts zelden. Hugo de Groot noemt hem met eerbied. Zijn boeken over volkenrechtelijke onderwerpen werden evenals verschillende van zijn andere werken herhaaldelijk herdrukt.

In het laatste kwart van de 19de eeuw herleefde vooral door de studies van de Oxfordse hoogleraar Th. E. Holland de belangstelling voor zijn persoon en werk.

MR L. V. LEDEBOER

Bibl.: In 1877 bezorgde Th. E. Holland een van een belangrijke inleiding voorziene nieuwe uitgave van De Iure Belli. In 1933 verscheen te Oxford een facsimile-uitgave van de derde druk (1612) van dit boek met een Engelse vertaling.

Ook van De Legationibus en Hispanicae Advocationis Libri Duo verschenen te Oxford facsimile-uitg. m. Eng. vert. resp. in 1924 en 1921. Zijn De iuris interpretibus dialogi sex van 1582 zijn weer uitg. in 1938. Van zijn Opera omnia verschenen slechts 2 dln (Neapoli 1770).

Lit.: G. H. J. van der Molen, Alb. G. and the development of international law.

His life, work and times (Amsterdam 1937) (hierin bibl. en uitgebr. lit.opg.); G. Astuti,Mos italicus e mos gallicus nei dialoghi di A. G. (1937); G. H.

J. v. d. Molen, Alb. G. als grondlegger v. h. hedendaagsche volkenrecht (Antirev. staatkunde, 1938).

< >