(spr. Olan-; in het Fins: Ahvenanmaa) noemt men een groep eilanden, gelegen aan de ingang van de Bothnische Golf tussen Zweden en Finland.
Het zijn ruim 6000 eilanden en klippen van graniet, waarvan er go bewoond worden. De gezamenlijke oppervlakte is 1442 km2, het aantal bewoners (1930) 27 375. Deze eilanden hebben zeer goede havens, vroeger stations van de Russische scherenvloot. Thans behoren de eilanden tot Finland. De bevolking, Zweden van afkomst, bedient zich van de Zweedse taal en houdt zich bezig met landbouw, veeteelt, visserij en de jacht op zeevogels en zeehonden; vermaard is ook de zeilscheepvaart der Alanders. De grond is steenachtig en de laag vruchtbare, leemachtige aarde zeer dun. De boomgroei bestaat voornamelijk uit dennen, sparren, berken en elzen. Het voornaamste eiland, Aland geheten, heeft ongeveer 10 000 inwoners. Hier verheffen zich, 100 à 150 m hoog, de uit rood graniet bestaande Ordallsklint, de Getaberg en de Asgardaberg. De hoofdstad, Mariehamn genaamd, heeft 1500 inwoners.De Alands-eilanden danken hun grootste, nl. hun strategisch belang aan het feit, dat de archipel een soort brug vormt over de Bothnische Golf tussen Zweden en Finland. Zij hebben eeuwenlang aan de Zweedse kroon behoord, totdat zij bij de vrede van Fredrikshamn in 1809 met het groothertogdom Finland aan Rusland werden afgestaan. Tijdens de Krim-oorlog vernietigde een verenigde Engels-Franse vloot- en legermacht onder Napier en Baraguay d’Hilliers de vesting Bomarsund. De Al and-conventie van 30 Mrt 1856, toegevoegd aan het verdrag van Parijs (z Krim-oorlog), verplichtte Rusland tot.demilitarisatie van de archipel. In Dec. 1915, tijdens de eerste wereldoorlog, ging Rusland weer over tot versterking. Toen na het uitbreken van de bolsjewistische revolutie in Nov. 1917 Finland zich op 6 Dec. 1917 onafhankelijk verklaarde, eisten de bewoners van de Alands-eilanden het zelfbeschikkingsrecht op en nog in dezelfde maand (Dec. 1917) spraken zij zich bij een officieuze volksstemming uit voor aansluiting bij Zweden. In Febr. 1918 deed Zweden er een beperkte troepenmacht landen, die het weer terugtrok toen de Duitsers op 3 Mrt 1918 begonnen de eilanden te bezetten ter ondersteuning van de „witte” Finnen in hun strijd tegen de „rode”. In Oct. 1918 ontruimden de Duitsers de eilanden weer; de Finnen namen ze in bezit en namen de leiders der afscheidingsbeweging in hechtenis. De bewoners der eilanden wendden zich nu in Febr. 1919 tot de Opperste Oorlogsraad der Geallieerden te Parijs om hun zaak te beslechten op de Vredesconferentie. Deze gaf de kwestie ter behandeling aan de opgerichte Volkenbond, Inmiddels gaf Finland aan de Âlands-eilanden bij de wet van 7 Mei 1920 grote autonomie: een direct gekozen volksvertegenwoordiging (landsting) kiest een provinciale raad (landskapsnâmd) met als voorzitter den landtrâd. De Finse regering is vertegenwoordigd door een gouverneur (landshövding). Deze regeling bevredigde de eilandbewoners niet, die zich bij Zweden wilden voegen. De Volkenbond benoemde daarop een commissie waarin o.m. de Nederlander Prof. Struycken zitting had, om een onderzoek in te stellen. Deze bracht een rapport uit, op grond waarvan de Raad van de Volkenbond op 24 Juni 1921 de eilanden aan Finland toewees, echter op voorwaarde, dat bijzondere waarborgen, onder Volkenbondstoezicht, ter bescherming van het Zweedse karakter der bevolking in de wet van 7 Mei 1920 zouden worden opgenomen en dat de eilanden gedemilitariseerd en onzijdig zouden worden verklaard. Tot dit laatste doel werd 20 Oct. 1921 door Zweden, Finland en andere mogendheden een conventie getekend, welke die van 1856 verving.
Toen in 1939 de internationale toestand steeds dreigender werd, kwamen Zweden en Finland overeen, dat enkele zuidelijke eilanden zouden worden versterkt. Geen der ondertekenaars der conventie maakte bezwaar, doch aangezien Rusland, hoewel geen ondertekenaar, zich er tegen verzette, lieten Zweden en Finland (het eerste land expressis verbis) het plan varen. Na de zgn. Winteroorlog (1939-’40) tussen de Sowjet-Unie en Finland eiste de eerstgenoemde bij de vrede van Moskou (12 Mrt 1940), dat de eilanden gedemilitariseerd zouden blijven: zodoende kon voortaan, van het Russische steunpunt Hangö (aan de Z.W.-kust van Finland) uit, de Finse Golf door de Russen worden beheerst. Op 4 Juli 1941, tijdens Wereldoorlog II, bezetten Finse, te zamen met Duitse troepen de eilanden. Het op 19 Sept. 1944 gesloten wapenstilstandsverdrag tussen Finland en de Sowjet-Unie bepaalde echter, dat het na de eerste oorlog afgesloten verdrag over de demilitarisering van de Âlands-eilanden weer ten volle van kracht zou zijn en blijven.
Lit.: Haberman, Aland, schwed. Stimmen üb. die militârpolit. Bedeutung d. finn. Inselgruppe (1916); Fleischmann, Die Alandsfrage, das Kernproblem der Ostseepolitik (1918) Tunberg, Les îles Aland dans l’histoire (1919); Sommarström, Aland i forntid och nutid (1919); Schybergson, La position d’Aland pendant l’âge historique (1919); Andersson. Les origines de la question d’Aland (1920); Danielson-Kalrtiari, La question des îles d’Aland de 1914 à 1920 (1921); W. v. d. Vlugt, La question des Hes d’Aland (1921); De Taube, Une page inédite de l’histoire moderne du problème baltique (1924); Toynbee, Survey of International Affairs, i920-’23, pp. 234-238, (1925) ; Tingsten, Aland ud militarisk och politisk synpunkt fràn 1808 till vara dagar (1925); Suppléments spéciaux nos. 1 et 3 du Journal officiel de la Société des Nations (1920); F. Vortisch, Die Aalandfrage (1933); P. J. Klinthe, Alandsdelegationen och dess Verksamhet (1938).